Tim Könings (Together In Motion): ‘Extra groei stop ik niet in een nieuwe auto’
Met de slogan ‘Together In Motion’ wil Tim Könings (35) niet alleen de patiënt in beweging krijgen, maar ook de eerste- en tweede lijn laten bewegen. Zijn keten van fysiopraktijken groeide snel in de regio Westland, Den Haag, Rotterdam en Zoetermeer. Könings benadrukt dat hij zijn rol regionaal wil spelen en het werk niet voor het geld doet. ‘Ik moet heel dankbaar zijn als een medewerker zegt: ik wil tijdens mijn kostbare leven bij jouw bedrijf werken.’
Tim Könings lijkt met zijn jonge verschijning – T-shirtje en trainingsbroek – meer een sportfanaat dan een ketendirecteur. Intussen is hij op zo’n 35e wel eigenaar van twintig fysiopraktijken met zeventig fysiotherapeuten in Zuid-Holland. ‘De groei van Together In Motion was nooit mijn doel. Ik vond sporten gewoon leuk. Ik gaf bijvoorbeeld vanaf mijn twaalfde hockeytraining, deed al jong vrijwilligerswerk en vond het leuk om met mensen bezig te zijn. Ik koos voor de sportopleiding CIOS en gaf gymles op een basisschool voor moeilijk opvoedbare kinderen. Tegelijk werkte ik ook in de fitness. Tijdens de opleiding fysiotherapie ging ik bij FC Utrecht aan de slag als stagiair en verzorger.’
Het interview vindt plaats in TiM Fysiotherapie De Lier, een praktijk met zeven behandelkamers, naast andere disciplines zoals TiM Psychologie, bedrijfsartsen, verloskundigen en een compleet uitgeruste fysiofitness met 500 leden. ‘Die groeit snel’, vertelt Könings trots. ‘Mensen weten meer dan ooit dat ze zelf verantwoordelijk zijn voor hun gezondheid.’
‘Eerste en tweede lijn laten bewegen’
In 2010 startte Tim Könings in Rijswijk zijn eerste praktijk en kwam er al snel achter dat hij meer specialisaties nodig had. ‘Ik kreeg mensen met allerlei klachten, zoals COPD, hoofdpijnklachten, diabetes. Ik wilde iedereen aan het bewegen krijgen en merkte dat er zoveel soorten patiënten waren dat ik dat niet alleen kon.’ Könings nam zijn eerste collega’s aan. ‘Vanuit onze visie op gezondheid begonnen we snel te groeien. In de eerste praktijk in Rijswijk kwam dat doordat de huisartsen in het centrum enthousiast waren, de toestroom uit de buurt groeide en ook de sportclub werd enthousiast. In Delft nam ik voor veel te veel geld een praktijk over en dat bleek toch goed uit te pakken, want ik kon de lening snel aflossen.’
De slogan ‘Together in Motion’ sloeg aan bij huisartsen, maar ook bij hockey- en voetbalclubs. En zo ging het balletje rollen. ‘Daardoor krijg je ook mond-tot-mondreclame: “Ik heb een buurvrouw die heeft last van haar nek, hoofdpijnklachten of fybromyalgie”. Daar ligt niet mijn kracht en daarom nam ik manueel therapeuten en andere specialisten aan die daar beter in zijn. Ik wil niet alleen de patiënt in beweging krijgen, maar ook de eerste en tweede lijn. We geven lezingen bij bedrijven over belasting en belastbaarheid, om te voorkomen dat mensen uitvallen. Dat geldt voor werkgevers, maar ook voor werknemers. Je hebt maar een bepaalde batterij en als die te vaak leegloopt, dan val je een keer uit.’
Könings had al vroeg het idee dat zijn praktijken juist door meerdere specialismen zouden kunnen groeien. ‘We groeiden autonoom én door praktijken over te nemen. We hebben zeven overnames gedaan in Lansingerland, Westland en Zoetermeer. De andere praktijken zijn we zelf gestart. Een praktijk starten kan als er vraag is, bijvoorbeeld bij voetbal- en hockeyverenigingen in Zoetermeer. De meeste praktijken bestaan uit twee of drie kamers in een gezondheidscentrum. Daarnaast hebben we nog drie locaties in een sportschool. Vaak is dat een sportfysio die met mensen in de zaal gaat revalideren.’
‘Iedereen fitter en gelukkiger maken’
‘Mijn droom is: iedereen in de regio fitter en gelukkiger maken. We organiseren rollatorraces en helpen kinderen op school ook in beweging te komen. Ook doen we bijzondere projecten waarmee we de zorg verbeteren, maar niet veel mee verdienen. Bijvoorbeeld ‘De verlengde arm van de huisarts’, waarmee we huisartsenzorg leveren en aantonen dat fysiotherapeuten zorgkosten besparen door beweegzorg uit handen te nemen. Dan hoeven patiënten zich niet twee keer te melden en zijn er meestal geen foto’s bij rugklachten nodig.’
‘Als op de röntgenfoto blijkt dat er slijtage in de rug is, krijgen veel patiënten een ‘necebo-effect’. Dan denken ze dat therapie niet meer helpt en werken ze niet meer aan het herstel. Door de inzet van fysio’s worden er ook minder mensen naar de tweede lijn gestuurd. Dit is echte innovatie, maar je moet er wel hard aan trekken. Huisartsen moeten overtuigd worden en je loopt tegen heilige huisjes van de zorgverzekeraars aan.’
‘Als iemand op meerdere vlakken problematiek ervaart, kijken we er samen naar met bijvoorbeeld een arts, een psycholoog en een maatschappelijk werker. En starten we een traject van twaalf weken. Het werkt niet als je maar één ding aanpakt. Dan komt de patiënt drie maanden later weer met nekklachten. Als iemand niet lekker in zijn vel zit door wat er vroeger is gebeurd, kan ik hem of haar niet helpen, want ik ben geen psycholoog. In zo’n geval gingen we met de huisarts overleggen en bleken er wachttijden bij de psycholoog te bestaan waardoor we vastliepen. Nu bieden we sinds twee jaar ook TiM Psychologie aan, waarbij we uitgaan van dezelfde zachte waarden: positief, samen en aandacht.’
‘Aandacht maakt alles mooier. We willen dat je zelf verantwoordelijkheid neemt voor hoe je je voelt. Het gaat er niet om dat je bij ons gaat bewegen, je kunt ook een hond nemen en gaan wandelen. Bij artsen en fysiotherapeuten zie je dat het vaak heel medicaliserend is. Als je curatieve zorg vervangt door lekker bewegen, normaal eten en rustig aan doen, kun je al heel veel klachten verminderen.’
‘Droomgesprekken’
Ondanks de snelle groei van het aantal TiM-praktijken werkt Könings zelf nog de helft van de tijd als therapeut. ‘Van fysiotherapeut werd ik manager en ook werkgever. Ik vind het alleen veel leuker om collega te zijn. Bij de twintig medewerkers heb ik een manager aangenomen en bij de vijftig medewerkers heb ik een afdeling HR aangesteld. Hierdoor kan ik nog steeds met de ontwikkeling van het vak bezig zijn.’
‘Ik wil dat iedereen zich ontwikkelt. We volgen het persoonlijk ontwikkelingsplan van het Keurmerk Fysiotherapie. Ook doen we Droomgesprekken: wat is je droom en wat heb jij nodig omdat te kunnen bereiken? Daar horen ook persoonlijke dingen bij, zoals hoe je relatie gaat of dat je huis wilt kopen. Het is een persoonlijk gesprek, want ik ben geen aandeelhouder die het over een nummer heeft. Het gaat over jou als persoon. Ben je blij dat je hier werkt? Omgekeerd willen we ook graag dat diegene blij is dat-ie bij ons mag werken. Ik moet heel dankbaar zijn als een medewerker zegt: ik wil mijn kostbare leven bij jouw bedrijf werken. Ik moet heel goed zijn voor ze, vind ik.’
‘We betalen de hele opleiding als iemand zich wil specialiseren. In die investeringen geloven we wel. Maar er was ook iemand met schulden na een scheiding en daarvan hebben we geregeld dat het scholingsbudget eerst naar afbetaling van schulden ging. We geven een paar keer jaar op zaterdag cursus aan elkaar, gaan samen sporten en gaan soms voor een biertje de stad in. Het gaat erom dat je ergens graag werkt en niet of je elders € 50,- of € 100,- meer kunt verdienen.’
‘Als iemand zes weken op vakantie wil kan dat’
Könings denkt dat de fysiotherapeuten in zijn bedrijf ondernemend kunnen zijn, doordat ze gelijkwaardig met elkaar omgaan. ‘Ik voel me geen werkgever die medewerkers heeft. Ik vind dat geen leuk woord. Als collega’s zijn we allemaal hetzelfde. Ik ben nooit boos geweest op iemand, die iets van mij zou moeten. We hebben ook geen grens over hoe lang je op vakantie wilt. Als iemand een keer zes weken naar het buitenland wil – bijvoorbeeld voordat hij of zij met een gezin begint – dan hoef je dat niet tegen te houden. Dat is een nieuwe manier om met collega’s om te gaan.’
‘Ik zal nooit een fysio vertellen of hij de nek moeten kraken, dry needlen, oefentherapie moet gaan doen. Ik vertrouw op ieders deskundigheid, ik ga geen standaardprotocol maken. Iedereen doet het op zijn eigen manier en daar heb je gesprekken over. Als het maar bijdraagt aan de waarden: deze regio gezonder, gelukkiger en fitter maken. Verder moet het professioneel zijn, positief, je moet dingen samen doen. Die dingen moeten we als eenheid naar buiten uitdragen.’
‘Ik wil ook niet alleen op cijfers sturen, omdat ik niet denk dat dat de zorg beter maakt. We zijn nu een Keurmerk-praktijk omdat we veel aan interne scholing doen, niet omdat we zo een groter contract krijgen. We hebben nog nooit keuzes op basis van cijfers hoeven maken. Extra groei stop ik niet in een nieuwe auto, maar in het bedrijf. Daardoor sta je sterker in de regio. We hebben echt een regionale functie. Ik hoef niet buiten de regio te gaan, praktijken in Utrecht en Amsterdam die ons werden aangeboden, wilde ik niet overnemen. Onze kracht is regionaal.’
Vier tips van Tim Könings om als fysiotherapiepraktijk of keten te groeien
- Straal positiviteit uit en plezier in het werk. Straal uit dat medewerkers het naar hun zin hebben en dat je met elkaar iets moois neerzet.
- Doe waar je goed in bent en maak van die 8 en 10. Ga niet aan 6-jes lopen sleutelen.
- Zet in op samenwerking met de partners in de regio. Samenwerken is superbelangrijk, zoek dat op. Solo op de hoek van de straat werkt niet meer.
- Geef oprechte aandacht aan mensen, dát maakt ze beter en niet zozeer de therapievorm die je gebruikt. Als iemand komt met nekpijn en iemand heeft thuis, op het werk of elders problemen, dan heeft het geen zin dat alleen te behandelen. Kijk vanuit ‘positieve gezondheid’ naar de hele persoon, niet alleen naar de lokale stoornis.
Bron: Martin Zuithof, Fysio-directeur Tim Könings (Together In Motion): ‘We hebben wel van corona geleerd’, 17 september 2020