Rutger Bregman: ‘Armoedebestrijding is gewoon een goed businessplan’
- Door Christine Kuiper (Movisie) en Martin Zuithof
Rutger Bregman noemt het fascinerend om te zien hoe snel het idee van een basisinkomen de wereld veroverd heeft. ‘Ik hou me er nog maar drie jaar mee bezig, daarvoor had ik geen idee wat het was. Ik pleitte ervoor minder te gaan werken, zodat er meer tijd is voor onbetaald werk en voor elkaar zorgen. Toen was mijn gedachte: ‘Wat zou er gebeuren als je mensen gewoon geld geeft, gratis geld?’ Ik ging op zoek en kwam erachter dat mensen niet stoppen met werken, maar dat ze meer onbetaald werk doen.’
Rutger Bregman is historicus en als journalist verbonden aan De Correspondent. Hij publiceerde over uiteenlopende onderwerpen als het belang van utopisch denken, economische ongelijkheid en vooruitgang in de geschiedenis. Bregman schreef boeken als ‘Met de kennis van toen’ (2012), ‘Gratis geld voor iedereen’ (2014) en ‘Waarom vuilnismannen meer verdienen dan bankiers’ (2015). Bregman ziet het basisinkomen niet als een kant-en-klaar recept dat ‘pats boem’ ingevoerd kan worden, maar als een denkrichting. ‘Het basisinkomen gaat ten diepste uit van een andere filosofie van herverdeling. Het gaat ervan uit dat het overgrote deel van onze welvaart niet door onszelf is gecreëerd maar een gift is uit het verleden. Onze grootste welvaart komt van technologieën, instituties, taal en gebouwen. Dat is dus een gift die ons in de schoot is geworpen – en een gift moet je eerlijk verdelen. Een basisinkomen is dus een dividend van de vooruitgang.’
Plan van Nixon
Eerder ontdekte Bregman dat er in de Verenigde Staten en Canada in de jaren ’70 met succes experimenten zijn gedaan met het basisinkomen. ‘Allerlei mensen van links tot rechts dachten dat het basisinkomen eigenlijk onvermijdelijk was. President Nixon heeft zelfs een bescheiden basisinkomen voorgesteld, die wet is twee keer door het Congres gekomen. De Senaat hield de voorstellen vervolgens tegen omdat de Democraten vonden dat het basisinkomen niet hoog genoeg was.’
‘De initiatiefnemers waren vooral geïnteresseerd in de vraag: stoppen mensen met werken? Ze ontdekten twee dingen. Het bleek dat kostwinners nauwelijks minder gingen werken. De ‘secondary earners’, degenen die een beetje inkomen erbij sprokkelden, gingen wel een paar procent minder werken. Bijvoorbeeld vrouwen die meer aandacht aan de opvoeding gingen besteden of jongeren die langer naar school gingen. Bovendien leken de echtscheidingscijfers te exploderen. Bij het experiment in Seattle leken de echtscheidingscijfers zelfs met vijftig procent omhoog te gaan. Vooral conservatieve republikeinen schrokken hiervan en keerden zich daarom tegen het basisinkomen. Later bleek er sprake van een statistische fout.’
Solidariteit?
Hoe effectief inkomenssteun kan zijn, bleek al uit de effecten van het Amerikaanse Mothers Pension – een kleine uitkering voor alleenstaande moeders –in het begin van de 20e eeuw. Onderzoekers constateerden een gezondheidseffect dat één of twee generaties later nog te zien was. Bregman: ‘Op basis van data uit het Amerikaanse leger bleek dat kinderen van wie de moeder het Mothers Pension had ontvangen een jaar langer leefden dan de groep die dat niet had gehad. Dat zijn vrij forse effecten als je bedenkt dat het pensioen maar een kleine uitkering was. In mijn boek hamer ik dan ook op het gegeven dat sociale zekerheid geen kwestie van liefdadigheid is. Mijn stelling is dat we dit niet zozeer moeten willen vanuit solidariteit, maar vooral omdat het een goed businessplan is.’
‘Ik denk dat dit het einde is van het denken in termen van solidariteit. Solidariteit gaat ervan uit dat er een groep is van makers en een groep van nemers, oftewel aan de een ene kant de harde werkers en aan de andere kant de groep die daarop teert. Dit is zowel het klassiek liberale als het klassiek sociaaldemocratische denken. Dat gaat ervan uit dat als het goed gaat met mij, ik jou wel even wil helpen. En omgekeerd ga ik ervan uit dat jij mij gaat helpen, als het even slecht gaat met mij. Het basisinkomen is juist een gift uit het verleden die we eerlijk proberen te verdelen.’
Koopje
Econoom Raymond Gradus betoogt dat het basisinkomen onbetaalbaar is. Een basisinkomen van 1.000 euro per maand zou de staat 200 miljard euro kosten. ‘Die 200 miljard is een volkomen opgeblazen bedrag. We moeten niet naar de bruto- maar naar de netto-kosten kijken. Veel mensen zullen een basisinkomen krijgen, maar evenveel extra belastingen moeten betalen. Voor hen verandert er niks. En dus moet je vooral kijken wat het kost om de armoede uit te roeien – we hebben het immers over een vloer in de inkomensverdeling. De kosten daarvan zijn door het Sociaal en Cultureel Planbureau becijferd op € 2 tot € 3 miljard. Dat is slechts 0,3 procent van het bruto binnenlands product. Een koopje.’
Lees hier: Armoede en Schulden Nederland Uit! Redactie Christine Kuiper (Movisie) en Martin Zuithof. Magazine boordevol interviews, vernieuwende praktijken, achtergronden en persoonlijke verhalen.
Armoedemagazine_def