Hafize Karaçelik, wijkmaatschappelijk werker: ‘Ik kom achter heel veel voordeuren’
Ze werkt voor Welzijn Eindhoven in de wijk Doornakkers. Hafize Karaçelik werd bij het Welzijnsdebat in oktober uitgeroepen tot de Zorg + Welzijn Jonge Professional van het Jaar. ‘Ik weet waar mijn kwaliteiten zitten. Mensen benaderen me gemakkelijk.’
Ze is een geboren en getogen Brabantse, uit Waalwijk. ‘Ik ben de middelste uit een gezin uit het midden van Turkije. We zijn hier in 1980 komen wonen en moesten heel erg onze weg zoeken’, vertelt Hafize Karaçelik. ‘In groep een van de basisschool sprak ik nog geen woord Nederlands. En op de middelbare school wist ik niet precies wat ik wilde.’
‘Mijn ouders komen van het platteland en zijn heel traditioneel. Alle vrouwen dragen bij ons een hoofddoek en tijdens de ramadan wordt er altijd gevast. Onze familie is heel gelovig. Maar ik heb me nooit belemmerd gevoeld. Op een keer had ik henna op mijn handen gekregen van mijn moeder. Dat is iets religieus uit Mekka. Mijn juf zei: “Je hebt vieze handen, ga ze maar wassen”. Daar stond ik dan. Ik sprak geen woord Nederlands. Een gebeurtenis die ik nooit meer vergeet.’
‘Nieuwe dingen zoals feestjes heb ik altijd kunnen bespreken met mijn ouders. Als meisje had ik al heel filosofische vragen. Mijn vader gaf daar altijd heel serieuze antwoorden op. Toen ik in 2007 voor mijn stage een half jaar naar Istanbul wilde, zei mijn vader: “Als je denkt dat het goed voor je is, doe dat dan maar”.’
Prostitutie
Eerst kwam ze op de mavo terecht, maar daar kon ze haar draai aanvankelijk niet goed vinden. Vervolgens deed ze de mbo-opleiding Detailhandel en stapte over naar de studie Maatschappelijk Werk. ‘Ik presteerde er meteen veel beter. Van supervisie heb ik veel geleerd. Maar in het begin maakte het me ook boos, omdat het zo confronterend is. Ik wilde eerst zo weinig mogelijk over mezelf vertellen. Maar ik leerde dat ik stil moest staan bij mezelf om anderen te kunnen helpen. Als je steeds je grenzen overschrijdt, maak je het jezelf heel moeilijk. Dan neem je meer op je schouders dan je aankunt. Je gaat jezelf overvragen.’
In Istanbul liep ze stage bij een gesloten instelling voor meisjes tussen de 12 en 18 jaar. ‘Die meisjes waren daar door de Raad voor de Kinderbescherming geplaatst vanwege prostitutie, eerwraak of diefstal. Heel shockerend. In Turkije heeft men veel minder middelen. De instelling had bijvoorbeeld maar drie computers. De pennen waren altijd zoek en ze werkten nog met papieren dossiers. Op elke externe brief moest een handtekening van de leidinggevende staan. Een afspraak die voor twee uur stond gepland, kon ook om half drie plaatsvinden. Dat vond ik zo frustrerend, daarin ben ik zo Nederlands als maar kan.’
De stage maakte Karaçelik sterker, zegt ze terugkijkend. ‘Het was ontnuchterend, ik kreeg waardering voor hoe goed we het hier hebben. Ik leerde mijn grenzen kennen en groeide over mijn onzekerheid heen. Het was een hele ommekeer, doordat ik nu durfde uit te spreken wat ik lastig vond. Tegelijk gaf het veel voldoening als ik iets bereikte met de meisjes.’
Woonwagenbewoners
Karaçelik werkt sinds 2008 in Doornakkers, een achterstandswijk in Eindhoven met zo’n 6300 inwoners. Er wonen veel mensen uit lage sociale klassen, allochtonen, ex-psychiatrische patiënten en woonwagenbewoners. Ze is blij dat ze niet op een centraal kantoor werkt, maar vanuit een wijkwinkel. ‘Ik werk midden tussen de mensen, deel altijd visitekaartjes uit en zeg dat ze me altijd kunnen bellen. Er hangt in de wijkwinkel een poster van mij met de tijden van het spreekuur. Mensen zien me ook vaak lopen en spreken me gemakkelijk aan.’
De korte lijntjes met andere sociaal werkers in de wijk – de beheerder, de casemanagers maatschappelijke activering, opbouwwerkers en de wijkverpleegkundigen – ziet ze als haar grote kracht. De casemanagers betrokken haar bijvoorbeeld bij een alleenstaande Turkse moeder die geen idee had wat er mis was met haar zoon – een jongen met een verstandelijke beperking. Ze praat slecht Nederlands en is niet goed geïnformeerd. Ze denkt dat hij verkeerde vrienden heeft en daardoor in de hulpverlening is terechtgekomen.’
Ontruiming
Ook van de opbouwwerkers heeft ze veel profijt, vanwege hun kennis over de wijk. ‘Als ze een signaal krijgen over problemen, nemen ze mij vaak mee. Veel mensen hebben bijvoorbeeld geen dagbesteding en zitten de hele dag thuis. Vaak blijven die mensen uit het zicht van het maatschappelijk werk. Op deze manier kom ik achter heel veel voordeuren.’ Veel mensen in Doornakkers hebben financiële problemen en gezondheidsklachten. ‘Soms zijn de schulden zo problematisch, dat ontruiming dreigt. Er zijn mensen die het niet meer zien zitten, hun kinderen verwaarlozen en niet weten dat ze hulp kunnen vragen. Tegelijk is er bij schuldhulpverlening wel een wachtlijst van drie tot zes maanden. Vorig jaar werd hier een zwangere vrouw met een verstandelijke beperking afgesloten van gas en licht. Wie moet je dan verwijten dat het misgaat?’
‘Er zijn mensen die het niet meer zien zitten, hun kinderen verwaarlozen’
‘Heel veel mensen zijn niet op de hoogte van inkomensondersteunende maatregelen van de gemeente’, weet Karaçelik. ‘Het opbouwwerk heeft daarover een themabijeenkomst georganiseerd. Ik had veel van mijn cliënten uitgenodigd, maar meer dan de helft van de Turken begreep het niet. Ik heb de presentatie spontaan samengevat. Mensen vertellen het verhaal vervolgens aan elkaar door.’
Formulieren invullen
In de visie van Karaçelik moet het maatschappelijk werk mensen leren om zichzelf te redden. ‘Vooral als zij barrières hebben, zoals een verstandelijke beperking, bepaalde angsten of andere beperkingen. Ze moeten zelf zeggen wat ze willen en dan bekijk ik of het realistisch is. Ik blijf altijd dicht bij mijn motto: ik doe wat ik doe en meer kan niet. Ik weet waar mijn kwaliteiten zitten. Mensen benaderen me gemakkelijk. Als mensen dingen doen die mij niet zinnen, dan zeg ik dat, maar niet op een vervelende toon. Ik vind bijvoorbeeld dat mensen zoveel mogelijk zelf hun formulieren moeten invullen. Lukt dat niet, dan help ik ze wel. Maar het is niet mijn taak om alles uit handen te nemen.’
Jonge Professional van het Jaar
Volgens de jury van de Zorg + Welzijn Professional van het Jaar onderscheidt Hafize Karaçelik (28) zich door vooral buiten de spreekkamer te kijken en bewust voor een outreachende werkwijze te kiezen, samen met het opbouwwerk. Door haar praktische en communicatieve houding is Karaçelik in staat maatwerk te bieden, aldus de jury, en cliënten te bereiken die eerder buiten het bereik van de hulpverlening bleven.
Door: Martin Zuithof, Zorg + Welzijn Magazine nr 2, februari 2011. Download: Hafize Karecelik