All round ‘social worker’ Ab Smit: ‘Gedwongen spreiding is bij woonwagenbewoners heel gewoon’

Na 24 jaar woonwagenwerk moest de Rotterdamse opbouwwerker Ab Smit er op 1 januari 2004 mee stoppen. Smit’s werk bestond uit een mix van agogische taken die nauwelijks los van elkaar vervuld konden worden.  Smit maakte zijn intrede in de woonwagenkampen via het jongerenwerk.

‘Opbouwwerker’ staat er op ziin visitekaartje, maar Ab Smit is meer het prototype van een ‘allround social worker’. Voor hij in 1979 in het woonwagenwerk begon, werkte hij in het jongerenwerk en de kinderbescherming. Daarna deed hij de HBO-opleiding maatschappelijk werk en de kadercursus opbouwwerk. Smit maakte zijn intrede in de woonwagenkampen via het jongerenwerk. Door de begeleiding van jongerenclubs en projecten voor schooluitvallers werd hij een veel geziene gast in de kampen en kwam hij in contact met de gezinnen.

Op dit moment telt Rotterdam zo’n 400 woonwagenbewoners, verdeeld over 120 standplaatsen op zeven locaties. De Rotterdamse woonwagenbewoners noemen zichzelf ‘reizigers’. Ze zijn de afstammelingen van de ambachtslieden, ketellappers, scharensliepen en seizoensarbeiders die in vroeger eeuwen vrij door het land reisden. Door de Woonwagenwet van minister Marga Klompé (Cultuur Recreatie en Maatschappelijk Werk) uit 1968, werden ze gedwongen ondergebracht in geconcentreerde kampen, met aparte scholen, kerken en welzijnswerk.

‘Wij werden de woonwagenbewoners opgedrongen’, zegt Smit. ‘Heropvoeding moest van die mensen keurige burgers maken, maar dat verdween snel naar de achtergrond. Men kwam er achter dat dat apart zetten van woonwagenbewoners een averechts effect had en hun isolement versterkte.’

Woonwagenbewoners werden steeds geconfronteerd met wisselend en tegenstrijdig beleid, vindt Smit. ‘Er is nu veel discussie over spreiding van allochtonen, maar bij woonwagenbewoners bestaat dat al lang. Eerst werden ze er in de jaren zestig en zeventig geconcentreerd in grote kampen en daarna volgde de gedwongen deconcentratie naar kleine. Eerst was er het categorale welzijnswerk en nu ze daaraan gewend zijn krijgen ze te maken met decategorisatie. Nu moet het reguliere welzijnswerk onze taken overnemen.’

‘We werden eerst een bekend gezicht en deden vervolgens elke werksoort die het welzijnswerk rijk is: maatschappelijk werk, sociaal raadslieden werk, opbouwwerk, sociaal-cultureel werk.’

Outreachend
‘Daar kreeg je dan weer hulpvragen van de ouders die je vroegen om te helpen bij het invullen van formulieren. Wij werkten outreachend. We werden eerst een bekend gezicht en deden vervolgens elke werksoort die het welzijnswerk rijk is: maatschappelijk werk, sociaal raadslieden werk, opbouwwerk, sociaal-cultureel werk. En elke situatie vroeg om een andere rol. Een therapeutisch gesprek voeren is iets anders dan bemiddelen tussen een persoon en instanties. Of met een bewonersgroep in een bouwteam zitten voor nieuwe standplaatsen.’

Lees verder: Woonwagenwerker Ab Smit: ‘Gedwongen spreiding is bij woonwagenbewoners heel gewoon’, Zorg + Welzijn, 15 oktober 2003  Foto: Victor van Breukelen (2003)

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

− 1 = 1
Powered by MathCaptcha

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.