Oratie Hans van Ewijk: ‘Beter investeren in maatschappelijk werk dan in psychiatrie ’
‘In de hulp aan de voorkant ligt de kracht van het maatschappelijk werk. Dat is meer nodig dan ooit. Want investeren in maatschappelijk werk levert veel meer op dan investeren in psychiatrie en jeugdzorg.’ Dat stelde Hans van Ewijk in zijn oratie als bijzonder hoogleraar ‘Grondslagen van het maatschappelijk werk’ aan de Universiteit voor Humanistiek.
De terugkeer naar een brede basisprofessional die zich met het sociale leven van mensen bezighoudt. Dat is de dominante trend in het maatschappelijk werk van de afgelopen jaren. Aldus Hans van Ewijk in zijn oratie. Na de maatschappelijk werker die in de jaren zeventig solidair was met uitgesloten groepen en de therapeutische richting van de jaren negentig komt nu de brede sociale professional in beeld.
Verbreding
Als lector Sociaal Beleid, Innovatie en Beroepsontwikkeling aan de Hogeschool Utrecht houdt Van Ewijk zich bezig met verbreding van de rol van klassieke welzijnsberoepen als maatschappelijk werker en opbouwwerker. Eerder was hij bestuurder van het Nederlands Instituut voor Zorg en Welzijn (NIZW). Vorige week hield hij zijn oratie: ‘Maatschappelijk werk in een sociaal gevoelige tijd’.
Geïnstitutionaliseerd
Nederland is het meest geïnstitutionaliseerde land van Europa, aldus Van Ewijk. ‘Wij hebben de meeste mensen in psychiatrische klinieken, gehandicapteninstellingen en gevangenissen.Terwijl mensen van inrichtingen meestal niet beter worden. Ze kunnen in de eigen directe leefomgeving goed worden geholpen door ondersteuning in hun sociaal functioneren. In die hulp aan de voorkant ligt de kracht van het maatschappelijk werk. Dat is meer nodig dan ooit. Investeren in maatschappelijk werk levert veel meer op dan investeren in psychiatrie en jeugdzorg.‘
Prof. dr. Hans van Ewijk: ‘Het geheim ligt vooral in een betrokken, veiligheid biedende en activerende professional’
Sociale ondersteuning bieden is veel effectiever dan mensen wegstoppen in bijvoorbeeld jeugdzorginstellingen. stelt Van Ewijk: ‘De afgelopen tien jaar is het aantal mensen met de diagnose autisme sterk gegroeid. Dat ligt niet aan een betere diagnose, maar het steeds ingewikkelder worden van de maatschappij. Het sociaal functioneren is steeds meer doorslaggevend geworden om je te handhaven in deze maatschappij.’
Hoe kunt u de effectiviteit van maatschappelijk werk aantonen?
‘Mijn collega Jean Pierre Wilken deed een uitgebreid onderzoek naar hoe mensen met psychiatrische stoornissen herstellen. Onderzoek wijst uit dat het geheim vooral ligt in een betrokken, veiligheid biedende en activerende professional. Hij of zij concentreert zich niet op de stoornis, maar op steun om te gaan met de stoornis, de eigen omgeving en met het dagelijks leven. Therapieën werken vaak niet, maar een goede mentor of coach die betrokken is, wel.’
‘Dat betekent dat we de permanente groei van door de AWBZ, jeugdzorg en justitie gefinancierde instituties moeten ombuigen. Er moeten meer financiële middelen naar lokaal niveau worden geschoven. Huisartsen pleiten daar ook voor, maar komen dan ineens tegenover 40 verschillende welzijnswerkers te zitten. Er is dus behoefte aan een brede sociale werker.’
Dat levert strijd op binnen de welzijnsprofessies?
‘Sociaalpedagogische hulpverleners, opbouwwerkers en maatschappelijk werkers en hun beroepsverenigingen groeien steeds meer naar elkaar. Beroepsorganisatie Phorza lijkt al op te gaan in de Nederlandse Vereniging voor Maatschappelijk Werkers. Het is wel nodig dat de maatschappelijk werkers zelf ook meer uit hun schulp komen. Opbouwwerkers en jongerenwerkers hebben zich de laatste jaren veel meer laten horen op lokaal niveau.’
U wilt terug naar een beroepsprofiel met bescheiden ambities: maatschappelijk werk moet mensen helpen bij het sociale functioneren.
‘Allerlei groepen hebben vreselijk veel moeite zich staande te houden in onze complexe samenleving. Mensen moeten zich goed leren presenteren, met anderen relaties kunnen aangaan en leren mobiel te zijn. Er is geen beroepsgroep die de mens in zijn eigen omgeving zo goed kan ondersteunen als het maatschappelijk werk. Daarvoor moeten de werkers wel meer de buurten ingaan en de verbinding zoeken met de sociale netwerken en familie van de cliënt.’
Dat kan ook betekenen dat er levenslange ondersteuning door het maatschappelijk werk nodig is?
‘Ja, dat helpt cliënten beter dan wonen in gesloten settings in de gehandicaptenzorg of GGZ. Daarvoor is een ontwikkeling naar breed social work nodig. Dat brede maatschappelijk werk moet ook meer academische aandacht krijgen. Aan de Nederlandse universiteiten is het nauwelijks ingebed. Aan de Universiteit voor Humanistiek moet wat mij betreft ook een academische school komen, waar empirisch onderzoek wordt gedaan en waar mensen kunnen promoveren op onderzoek naar maatschappelijk werk.’
Links: Oratie Hans van Ewijk, oratie: ‘Maatschappelijk werk in een sociaal gevoelige tijd’. Meer lezen: Oud-lector Hans van Ewijk: ‘Sociaal werk biedt geen oplossingen’, Sociale Vraagstukken, 13 juli 2013, Martin Zuithof, Beter investeren in maatschappelijk werk dan in psychiatrie, Zorg + Welzijn, 15 november 2010