Joep de Groot (ZN en CZ): ‘Laten we samenwerken aan toekomstbestendige zorg’
Joep de Groot, bestuurslid bij Zorgverzekeraars Nederland (ZN) en bestuursvoorzitter van zorgverzekeraar CZ, was nauw betrokken bij de totstandkoming van het Integraal Zorgakkoord. Volgens hem is het een groot risico dat de eerste lijn de huidige kansen voor transformatie niet aangrijpt. Tegelijk waarschuwt De Groot voor te hoge verwachtingen bij ‘complete blauwdrukken’ voor de regionale zorg.
Cruciaal in het Integraal Zorgakkoord is in de ogen van Joep de Groot dat ‘de grenzen aan de zorg’ zichtbaar worden. ‘Op dit moment werken één op zes Nederlanders in de zorg, terwijl de zorgvraag toeneemt en de middelen niet. Meer geld zal er na deze kabinetsperiode niet bijkomen. “Meer tijd voor de patiënt” kan voor de huisartsen die beweging versterken, zodat de eerste lijn meer in zijn kracht komt te staan.’ Ook ziet De Groot een positieve verandering in de GGZ met de ‘mentale gezondheidscentra’ en de wijkzorgorganisaties. ‘Hierdoor komen patiënten sneller op de juiste plek terecht en wordt de verantwoordelijkheid van de huisartsenzorg deels overgedragen aan de GGZ.’
‘Samen veranderingen laten slagen’
Regionale huisartsen- en eerstelijnsorganisaties kunnen een grote rol spelen die bewegingen, denkt De Groot. ‘”Meer tijd” en de samenwerking met de GGZ zijn vraagstukken met een regionaal karakter. De regio-organisaties kunnen een rol spelen bij het vormen van de ‘mentale gezondheidscentra’ en de wijkzorgorganisaties.’ Zorgverzekeraars willen samen met de huisartsen en regio-organisaties ervoor zorgen dat die veranderingen lukken, benadrukt hij. ‘Zowel voor het regiobeeld als voor “Meer tijd” laten we aan alle kanten zien dat we onze hand uitsteken. We werken graag samen, faciliteren en we bouwen ook graag mee.’
‘Toekomstbestendige zorg’
De huidige situatie waarin huisartsenorganisaties het IZA nog niet hebben getekend, hoeft in de ogen van De Groot geen beletsel te zijn. ‘Wij willen laten zien dat we te vertrouwen zijn en de IZA-afspraken gewoon waarmaken als CZ. Ook tegen de groep die de kont tegen de krib gooit, wil ik zeggen dat we graag aan een toekomstbestendige zorg werken. Eerst kunnen we de focus leggen op de zorgondernemers die willen samenwerken. Als we aantonen dat het kan, hoop ik dat de rest ook meegaat.’
‘Een belangrijke rol ligt bij de regio-organisaties. We hebben afgesproken dat verzekeraars samen met de gemeenten de lead nemen in het proces. Niet zozeer bij het schrijven van het regioplan, als wel bij de organisatie van het proces. We kijken niet alleen naar de grote instellingen, maar halen er nadrukkelijk de eerste lijn bij: huisartsen, wijkverpleging en GGZ. We willen die regiobeelden samen maken, op basis van data.’
‘Complete blauwdruk werkt niet’
De zorgverzekeraars hebben bij de domein overstijgende afspraken een regiefunctie, in de ogen van De Groot. ‘In het IZA staat: formuleer de opgaven in de regio en spreek af wie wat oppakt. Ik vind het eng worden als we domein overstijgende afspraken met 180 partijen moeten gaan regelen. Dat is een recept voor ellende. Dat betekent: werk een regiobeeld uit met de belangrijke opgaven, maar voorkom dat je een complete blauwdruk maakt voor een groot regiocontract waarin alles geregeld wordt.’
‘Neem de acute zorg. Je kunt afspraken maken met de huisartsenpost, de spoedeisende hulp, de GGZ, om dat allemaal in één contract te gieten. Regel je dat in één contract of in een aantal contracten die op elkaar aansluiten? Ik geloof veel meer in dat laatste model.’
‘Gebruik nu transformatiemiddelen’
Op de vraag of zorgverzekeraars bereid om zijn transformatiemiddelen in te zetten, noemt De Groot dat ‘een open deur’. ‘Het kabinet heeft hiervoor liefst € 2,8 miljard toegezegd, deels voor VWS en de rest voor transformaties. Belangrijk is dat die middelen in deze periode ook echt gaan leiden tot transformatie, want de komende periodes is dat geld er zeker niet. Ik zou er nu maar gebruik van maken.’ Zelf ziet De Groot in de eerste lijn mogelijkheden voor een andere praktijkvoering, bijvoorbeeld door meer inzet op zelftriage en zelfmanagement bij patiënten.
‘Ik denk dat we ook best practices nodig hebben. Als je weet dat je straks een tekort hebt aan doktersassistenten, hoe gaan we dan te werk bij de triage? Of als we een groter tekort krijgen aan huisartsen, terwijl fysiotherapeuten een grotere rol kunnen spelen, hoe zorgen we dan dat daarvoor een onderzoeksagenda ontstaat? En waarom kiest elke regio of iedere praktijk nog altijd een eigen IT-infrastructuur? Moet daar niet eens een goede studie naar komen?’ De Groot verwacht van koepels zoals InEen en Zorgverzekeraars Nederland dat ze leden daarbij helpen. ‘Wat hebben we daarbij samen nodig? Dan ga je toch andere gesprekken voeren dan alleen over de contractvoorwaarden.’
Martin Zuithof, InEen Magazine, december 2022. Foto: Joep de Groot (door CZ)