Trendrapport 2008: ‘Vrijwilligerswerk vergt regelmatig onderhoud’

voorkant Lokaal onder de loepHet aantal vrijwilligers stabiliseert, maar de manier waarop dit werk wordt gedaan verandert voortdurend. Dat concluderen onderzoekers in  ‘Lokaal onder de loep. Trendrapport vrijwillige inzet 2008’. ‘Om het aantrekkelijk te houden moet het allemaal veel creatiever en professioneler.’

Door Martin Zuithof – ‘De politiek en onderzoekers hebben het belang van vrijwilligerswerk steeds beter in de gaten gekregen. Het betekende ook dat het een vaste plek in het overheidsbeleid kreeg. Dat heeft ook risico’s, namelijk dat het vanzelfsprekend lijkt en dat mensen overvraagd worden.’ Dat zegt Marike Kuperus, manager organisatieadvies bij kennisinstituut MOVISIE, een van de auteurs van het Trendrapport vrijwillige inzet 2008. Zij was vanuit CIVIQ, een van de voorgangers van MOVISIE, ook bij eerdere trendrapporten over dit onderwerp betrokken.

Korter actief
Opvallend is dat vrijwilligers tegenwoordig korter actief zijn en ook sneller weer weggaan, zo blijkt. Het aandeel van 35 tot 44-jarigen in het  vrijwilligerswerk neemt af. Was er van deze leeftijdsroep in 1997 nog 58 procent  vrijwillig actief, in 2004 was dat aantal afgenomen tot 51 procent. Het aantal vrijwillige 65-plussers is de afgelopen tien jaar juist gestegen met bijna tien procent naar meer dan 40 procent.
‘Niemand wil het zich meer permitteren om zich levenslang aan één bepaalde vereniging te verbinden’, schetst Kuperus. ‘Tegenwoordig is vrijwilligerswerk veel moeilijker in te passen in volle agenda’s met kinderen, werk en andere verplichtingen. Mensen zijn vaak ook van meerdere organisaties lid. We zijn niet meer met ziel en zaligheid lid van uitsluitend één club. Vaak duiden mensen hun activiteit niet eens als vrijwillige inzet, terwijl ze zich jaren inspannen voor een bewonersgroep in hun straat of buurt of een charitatieve club.’

Opvallende trends
‘Lokaal onder de loep’ onderscheidt zes opvallende trends in vrijwilligersland: informatisering, humanisering, vergrijzing, regionalisering, risicobeheersing en polarisering. De informatietechnologie rukt bijvoorbeeld steeds verder op. Traditionele vrijwilligersorganisaties als Humanitas en Zonnebloem maakten de afgelopen jaren op dit gebied vernieuwingsslagen door. Zo zoekt Zonnebloem nieuwe groepen vrijwilligers die het leuk vinden om via ‘slim inpasbare activiteiten’ als chatten contact met cliënten te onderhouden. Ook Humanitas maakt steeds meer gebruik van de chatbox waarmee speciaal getrainde vrijwilligers contact onderhouden met bijvoorbeeld eenzame jongeren.

Dynamischer
Kuperus: ‘De digitale mogelijkheden maken het vrijwilligerswerk veel dynamischer dan voorheen. Vrijwel elke vereniging begint tegenwoordig met een website. Vrijwilligers zijn daardoor ook veel minder plaatsgebonden om samen dingen te ondernemen, zoals bijvoorbeeld de activiteiten van Nederlandse Jeugdbond voor Natuurstudie waarbij mijn dochter actief is en die veel tijd steekt in bijvoorbeeld de website.’
Een belangrijke trend is ook wat de onderzoekers ‘humanisering’ noemen. ‘De bevlogenheid van mensen om zich voor de goede zaak in te zetten is een constante factor in de trendonderzoeken’, stelt Kuperus. ‘Tegelijk zien we het praktische idealisme groeien. Dat is het geloof dat het uitmaakt, als je je ergens voor inzet. Er is steeds meer behoefte aan de menselijke maat. Mensen willen graag in hun directe omgeving actief zijn en resultaat zien.’

Polarisatie
‘Er is ook veel pioniersgeest. Dat is een reactie op de schaalvergroting en professionalisering die je bij veel charitatieve organisaties ziet, landelijke organisaties met hoofdkantoren waar het beleid wordt bepaald. Ze willen gewoon hun eigen initiatief opzetten, hun eigen ding doen en zo min mogelijk met bureaucratie te maken hebben.’Daarnaast springt de zogeheten ‘polarisatietrend’ eruit. Kuperus. ‘Dat is een heel spannende. Je ziet dat heel veel mensen ondanks het huidige hoge welvaartsniveau een grote angst hebben voor wat ze in de buitenwereld kan overkomen. Veel burgers lijken last te hebben van een chronische boosheid. Assertiviteit mondt vaak uit in hardop ruziemaken. Je ziet het ook aan de bewegingen van Wilders en Verdonk. Dat zijn bewegingen van burgers die hun boosheid tegenover de overheid stevig neerzetten. Voor besturen is dat niet makkelijk, die moeten wel de discussie aangaan om het respect voor elkaar in stand te houden.’

Aanbesteding
Hoewel het potentieel aan beschikbare vrijwillige inzet stabiliseert, is de verschijningsvorm flink in beweging, schrijven de onderzoekers. De invloed van de nieuwe Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) is al merkbaar, stelt Kuperus. ‘Bij gemeenten komen vrijwilligers steeds meer in beeld. Veel vrijwilligersclubs die willen blijven meedraaien ontkomen op den duur misschien niet aan aanbestedingen. Dat betekent dat het vrijwilligerswerk verder moet worden geprofessionaliseerd.’
‘Dat levert ook weer een tegenbeweging op. Bij de scouting kunnen ze zich afvragen waarom ze mee moeten doen aan zoiets. Gemeentes dienen zich dus wel te realiseren dat ze moeten blijven aansluiten bij de vrijwilligers zelf. Als de overheid alles in regels gaat gieten, zijn veel vrijwilligers snel weg. Die werken namelijk met passie, vanuit hun hart. Om het leuk te houden moet het allemaal veel creatiever, veel professioneler. Vrijwillige inzet is niet vanzelfsprekend, dat vergt ook groot onderhoud.’

Link: MOVISIE, Lokaal onder de Loep: trendrapport vrijwillige inzet 2008. Nieuwe mogelijkheden voor vrijwillige inzet

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

55 + = 63
Powered by MathCaptcha

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.