Jos van der Lans over de doe-economie en doe-democratie: ‘Er moet slow capital voor sociale initiatieven komen’

Jos van der Lans (publicist en medeoprichter Eropaf!) houdt tijdens het Nationaal Laboratorium Participatie Economie een pleidooi voor de doe-democratie. Samen met Pieter Hilhorst schreef hij ‘Sociaal doe-het-zelven. De idealen en de politieke praktijk’. ‘Hevel delen van het re-integratiebudget over naar bewonersbedrijven als de Noorderparkkamer.’

Hoe belangrijk is sociaal-doe-het-zelven voor de economie?
‘Initiatieven als Urgenda zijn natuurlijk gewoon economische activiteiten. Als je met 100.000 mensen zonnepanelen inkoopt, gaat er natuurlijk veel geld in om. Dat geldt ook voor energiecollectieven en broodfondsen: het zijn allemaal vormen van economie, waarbij je minder afhankelijk bent en het zelf ook aanstuurt. Daarmee gaan die initiatieven ook verder dan sociale activiteiten alleen. In potentie zijn het aanzetten tot een andere organisatie van de economie. Over de mondiale economie hebben we nauwelijks zeggenschap, maar dit soort initiatieven brengt de economie weer dichter bij mensen. Zeker als je het koppelt aan duurzaamheid, het anders omgaan met grondstoffen en bezit, heeft het de potentie om de samenleving op een andere  manier in te richten. Het is een beweging in opkomst.’

U beschrijft in ‘Sociaal doe-het-zelven’ geen voorbeelden als de Makkie, ruilwinkels of andere vormen van producten- en dienstenruil. Heeft dat te maken met de klachten over een te grote rol van professionals en investeerders?
‘Die voorbeelden hadden er heel goed in gekund. Deze initiatieven willen niet in de logica van het geld meegaan, maar zoeken naar alternatieve manieren waarbij het om wederkerigheid gaat. Als het zo is dat andere partijen die ruilsystemen overnemen, dan gaat de onbevlektheid eraf. Als de overheid omwille van de bezuinigingen op de zorg een LETS-systeem introduceert, dan weet ik wel hoe dat afloopt. Dat werkt niet.’

Dat lijkt op uw kritiek op hoe regeringen omgaan met de participatiesamenleving en de Big Society.
‘Je kunt de participatiemaatschappij niet afkondigen. Bomen groeien niet als je er aan de bovenkant aan gaat trekken, maar ze groeien als je er een goede voedingsbodem onder legt. Als de overheid bijvoorbeeld corporaties hindert om nog langer met leefbaarheid bezig te zijn, is dat contraproductief. Dan zeg je dat die boom moet groeien, maar ben je de bodem aan het verdorren. Dan gaan mensen het begrip ‘participatiesamenleving’ weer verwerpen. Dat zie je ook in Engeland gebeuren.’

Maar u was toch een grote fan van de Big Society?
‘Ik ben nog steeds volledig achter het idee dat je mensen meer macht en zeggenschap moet geven over de publieke zaak. Ik denk ook dat ze in Engeland er veel consequenter mee omgingen. Ze hebben rechten belegd bij mensen, zoals the right to bid en the right to challenge. Tegelijk zie je dat een enorme bezuinigingsslag het begrip ‘big society’ heeft uitgehold. Mensen hebben het nu over ‘big society, empty pockets’. Datzelfde dreigt hier met de participatiesamenleving te gebeuren.’

Hoe gaat het intussen met de Engelse buurtbedrijven, de trusts, een van de pijlers van de Big Society?
‘Mensen van het Engelse kennisinstituut Locality vertelden onlangs bij Pakhuis De Zwijger dat het aantal buurtbedrijven in een paar jaar van 500 naar 800 is gegroeid. Locality taxeerde hun gezamenlijke vermogen op zo’n een miljard euro. Het vermogen van Nederlandse bewonersorganisaties komt volgens mij niet boven een miljoen uit. Mensen maken flink gebruik van the right to challenge, het overnemen van publieke taken. In Hastings hebben bewoners een in verval geraakte zeepier in beheer genomen.’

Lector Martin Stam ziet een groot verschil tussen het Sociaal doe-het-zelven van de middenklasse en de economische vaardigheden van mensen die afhankelijk zijn van de verzorgingsstaat. Stam spreekt van verschillende universums.
‘Dat is ook zo. Sociaal doe-het-zelven veronderstelt vaardigheden die een laag opgeleid iemand misschien niet heeft. Van de andere kant: de bewonersbedrijven die het Landelijk Samenwerkingsverband Achterstandsgebieden (LSA) ondersteunt, staan wel allemaal in achterstandswijken. Die organiseren daar werkgelegenheid, vaak ook voor laaggeschoolden, en leggen daarvoor connecties met allerlei bewoners.’
‘De kunst is om die werelden van de elite en de achterblijvers bij elkaar te brengen. Dat is een mooie rol voor de overheid. Kan bijvoorbeeld Stadsdorp Zuid niet ook zorg organiseren voor mensen die vier straten verderop wonen? De overheid kan zeggen: “Wij zijn voor een inclusieve  samenleving, dus ook voor mensen die het niet zelf kunnen betalen. Als jullie die benadering kiezen, steunen wij jullie”. Het is dus inderdaad de kunst om die twee universums aan elkaar te knopen.’

GroenLinks pleit voor een stimuleringsfonds voor sociale firma’s. Levert dat iets op?
‘Voor het runnen van een buurthuis of het kopen van een gebouw, heb je gewoon geld nodig. Bij banken zit dan vaak het probleem. Zo’n fonds voor sociale firma’s mag wat mij betreft nog wel wat groter. In Engeland is bijvoorbeeld de Big Society-bank opgericht, dat kapitaal en privégiften beheert. Ze kunnen dus publieke voorzieningen financieren tegen lagere rentes en langer lopende leningen, slow capital zeg maar. Zo’n fonds met slow money voor bewonersinitiatieven en verenigingen, is hier ook dringend nodig.’

Wat is volgens u het belang van een Nationaal Laboratorium over Participatie Economie?
‘Sociale initiatieven gaan natuurlijk over geld. De nieuwe manieren van denken in Engeland vond ik leuk, dat moeten we hier ook gaan stimuleren. Vanuit de Tolhuistuin (een cultureel centrum in Amsterdam Noord waarvan Van der Lans voorzitter is – MZ) blijkt het bijvoorbeeld moeilijk om mensen met een uitkering werk te laten doen. Als het een officieel re-integratie project wordt krijg je zoveel eisen dat de doelgroep als eerste weer afhaakt.’

‘Er komen steeds meer regels uit Den Haag en gemeenten proberen zoveel mogelijk instroom in uitkeringen te voorkomen. Je krijgt dus een repressiever regime, terwijl er dus meer maatwerk en flexibiliteit nodig is. Dat kun je alleen veranderen als je delen van het re-integratiebudget overhevelt naar bewonersbedrijven als de Noorderparkkamer. Zij begeleiden een moeilijke doelgroep en kunnen maatwerk regelen. Om dat te laten zien aan instanties als DWI is zo’n congres hard nodig.’

Door Martin Zuithof. Dit artikel verscheen november 2013 op www.eropaf.org

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

75 − = 66
Powered by MathCaptcha

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.