Joost van Alkemade over buurtcommunities: ‘Toen zeiden ze: dit kunnen we zelf beter’
Overal in het land nemen burgers eigen initiatieven waarin zij zelf maatschappelijke vraagstukken oppakken. Met actieve bewoners, burgers en raadsleden verkent het programma Buurtcommunities in Pakhuis de Zwijger hoe deze vorm van doe-democratie versterkt en uitgebouwd kan worden. Joost van Alkemade is manager gebiedsgericht werken bij Movisie, mede-aanjager van de duurzame wijk Groenfoort en betrokken bij het programma Buurtcommunities. Hij ziet een enorme diversiteit aan communities ontstaan. ’Je ziet nu duizend bloemen bloeien.’, zegt hij in een interview door Martin Zuithof.
‘Ik kan ongelooflijk genieten als ik het vuur en de energie zie die in mensen zit. De avonden over Buurtcommunities werken voor mij heel aanstekelijk. Je ziet de ontwikkeling bij de betrokken professionals. Waar we vroeger gescheiden petten op hadden als privépersoon, als buurtvrijwilliger, als professional, zijn mensen nu met meerdere petten op in allerlei initiatieven actief. Het laat zich nu makkelijker combineren. Combinaties van passie, zakelijkheid, professionaliteit en persoonlijk belang.’
Joost van Alkemade houdt zich bezig met stads- en plattelandsontwikkeling. Vanuit Movisie is hij betrokken bij het programma Buurtcommunities dat in Pakhuis de Zwijger loopt. Van Alkemade zit in de groep leefbaarheid van het Nationaal Netwerk Bevolkingsdaling en ziet daardoor veel goede voorbeelden van bewonerszelforganisaties voorbij komen. Zelf is hij als burger ook actief in zijn woonplaats Amersfoort. Daar maakt hij deel uit van de initiatiefgroep Groenfoort, die duurzame woningen met gemeenschapsvoorzieningen wil bouwen.
Trots voeden
‘De avonden bij De Zwijger genereren enthousiasme. Van initiatiefnemers hoor ik dat ze zich soms eenlingen voelen. Zij vinden het dan ook heel leuk om elkaar te ontmoeten en bij elkaar op bezoek te gaan. Initiatiefnemers zijn trots op wat ze doen. Movisie wil die trots voeden door er publiciteit en bekendheid aan te geven. Wij willen als kennisinstituut ook weten wat de lessen zijn. Community-initiatieven zijn niet een maakbare werkwijze die je uit kunt rollen. Initiatieven drijven op mensen: hóe je iets moet doen kun je overdragen en leren, maar óf je het doet blijft je persoonlijke drijfveer. Dat kun je niet als instelling of overheid afdwingen.’
De laatste thema-avond in 2013 van Buurtcommunities draaide om de verhouding van de verzorgingsstaat met de communities. ‘Ik zie zeker een rol van gemeenschappen op het gebied van zorg. In de stad zullen zorgvoorzieningen gezien de schaalgrootte langer voorhanden blijven, terwijl ze op het platteland verdwijnen. Aanvullende zorgtaken zoals vervoer, mensen bezoeken en lotgenotencontact kunnen in de stad ook veel betekenen. Op het platteland is het misschien nog makkelijker om collectieve mantelzorg te organiseren, gekoppeld aan professionele zorg via slimme verbindingen. Bij mijn eigen initiatief in Amersfoort zeggen we: we willen wel duurzaam wonen, maar er ook sociaal voor elkaar zijn. Dat zijn functies die vroeger vaak professioneel werden georganiseerd.’
Gemeenschapscoöperatie
Als aansprekend voorbeeld van gemeenschapszorg noemt Van Alkemade Elsendorp, een dorp in Noord-Brabant met zo’n 1000 inwoners en een actief verenigingsleven. ‘Toen de thuiszorg in een strenge winter niet in staat was om alle zorg te verlenen, is er een gemeenschapscoöperatie opgezet op het gebied van zorg. Aan de ene kant keken ze welke type zorg ze vrijwillig aan elkaar konden leveren. Aan de andere kant bekeken ze hoe ze de bewoners uit het eigen dorp als professional konden inhuren. Ze dachten: kunnen we niet kijken of er in onze gemeenschap mensen zijn die gediplomeerd en geaccrediteerd dit werk kunnen doen? Ze hebben toen de mensen geworven en die ondergebracht in een bestaande zorgorganisatie die de personeelszaken regelt. Het dorp zelf is inhoudelijk opdrachtgever van deze professionals.’
‘Steeds zie ik nieuwe vormen van bewonersondernemerschap die volstrekt geen eendagsvlinders zijn. Het wordt vaak gedragen door spankracht die de gemeenschap in de loop van jaren heeft opgebouwd’
‘Gemeenten haken sneller af’
Maar zijn communities echt duurzaam genoeg om zorg te kunnen aanbieden? Joost van Alkemade denkt van wel. ‘Wat ik zie is dat welzijnsorganisaties of gemeenten soms sneller afhaken dan actieve burgers. Financieel zit het dan tegen, het past niet in de plaatjes of in het beleid. Terwijl bewoners als het om hun ambities gaat, of de waarden waar ze voor staan, geneigd zijn om zo lang door te gaan totdat ze hun doelen realiseren. Het komt wel voor dat een community stopt, maar dat is dan omdat de mensen het niet meer eens zijn met elkaar. Dat is niet anders dan in het vrijwilligerswerk waar je ook ideologische conflicten tegenkomt. Waar mensen met hun persoon en hun waarden actief zijn is wordt kritiek sneller gevoeld als aanval op een persoon. Meningsverschillen worden ook al snel vergroot tot persoonlijke tegenstellingen. Dan kan zo’n groep volledig uit elkaar vallen.’
Dan moeten we het zelf doen
Hoe komt het dat de communities nu zo in opkomst zijn? Joost van Alkemade ziet twee bewegingen. ‘Ik denk dat de financiële crisis een urgentie, een soort omslagpunt creëert. Dat leidde tot het besluit om twaalf buurthuizen in Amersfoort te sluiten, omdat men het geld daar niet meer aan wil besteden. Maar de beweging van waaruit bewoners nu zelf een buurthuis willen runnen, komt voort uit andere waarden. Ze willen namelijk een vorm van ontmoeting en vitaliteit in hun wijk houden. Dat zie je in allerlei voorbeelden als Elsendorp, in de Meevaart in Amsterdam en in Amersfoort. Dat is het bewustzijn van de waarde: als de gemeente het niet meer doet, dan moeten we het zelf doen.’
‘Duizend bloemen’
Van Alkemade ziet een enorme diversiteit aan communities ontstaan: ‘De ene doet het voor de school, de ander zet zich in voor het dorpshuis, de ander doet het weer op een heel andere manier. Je ziet nu duizend bloemen bloeien. Steeds gaat het over zelfbeheer, nieuwe verdienmodellen en ook steeds meer over nieuwe combinaties van sociaal en ondernemerschap. Vanuit Movisie willen we daaraan bijdragen, bijvoorbeeld via de programma’s in samenwerking met Pakhuis de Zwijger. Hoe zorg je voor een goed platform voor dit soort bewonersinitiatieven, zodat anderen dan weer gebruik van kunnen maken? Dat vind ik een belangrijke rol voor Movisie: niet alleen professionele ontwikkeling ondersteunen, maar ook zelforganisatie en ondernemerschap van bewoners een platform geven.’
Eerst gepubliceerd bij Movisie, “Joost van Alkemade over nieuwe buurtcommunities: ‘Toen zeiden ze in het dorp: dit kunnen we zelf beter’”, 17 maart 2014