Succesvol zorgcentrum opzetten? Begin een Thuishuis voor ouderen
Jan Ruyten ontwikkelde voor Thuis in Welzijn een nieuwe woonvorm: het Thuishuis. ‘Een soort studentenhuis voor ouderen.’
In een Thuishuis woont een groep ouderen samen, met om zich heen een groep vrijwilligers die de ouderen regelmatig bezoekt. Het idee van een soort studentenhuis voor ouderen kreeg in 2006 concrete vorm, vertelt Jan Ruyten, toen hij zijn nieuwe bedrijf Thuis in Welzijn begon. ‘Mijn vader had een groot huis. Die zei: als ik oud word, wil ik dat mijn vrienden hier komen wonen. Dan krijgen ze een kamer en kunnen ze hun eigen stoel in de woonkamer zetten. De één is goed in lekker koken, de ander is goed in schaken en de volgende doet graag de tuin.’
Onorthodox
Jan Ruyten was hiervoor onder meer manager in de verslavingszorg, in de jeugdzorg en directeur-bestuurder van een thuiszorgorganisatie. Ook was hij betrokken bij de ontwikkeling van hospices: huizen voor terminale zorg die draaien op vrijwilligers, en inloophuizen voor mensen met kanker. ‘In mijn laatste baan als thuiszorgbestuurder zag ik hoe slecht we eigenlijk omgaan met ouderen. Dat bracht me op het idee van het Thuishuis. Het gaat om tegengaan van eenzaamheid bij alleenstaande 60-plussers. Thuishuis en thuisbezoek kunnen niet zonder elkaar. Door vrijwilligers in te zetten help je ouderen op een onorthodoxe manier zonder dat je de regie overneemt. Van de ouderen boven de 60 voelt zich veertig procent eenzaam, bij 75-plussers geldt dat zelfs voor meer dan de helft.’
Buiten officiële zorg
Wat komt er kijken bij zo’n kleinschalige zorgvorm? Ruyten vertelt dat hij terug wil naar de kern van de zorg. ‘We zetten de huizen buiten het officiële systeem op, vanuit een particulier initiatief. Je zit dan niet vast aan allerlei onzinnige regelgeving, zoals HKZ (Harmonisatie Kwaliteitsbeoordeling in de Zorgsector) en andere kwaliteitskeurmerken waaraan zorgorganisaties moeten voldoen. Cliënten worden er niet beter van, maar naar buiten toe moeten de protocollen en keurmerken een quasi-transparantie tot stand brengen.’
Vertrouwde sfeer
Meestal wonen er vijf tot zeven ouderen bij elkaar, met ieder een eigen woonruimte van zo’n veertig vierkante meter. Samen delen ze een grote keuken, een woonkamer, een hobbykamer en enkele logeerkamers. De gemeenschappelijke ruimtes liggen middenin het Thuishuis, zodat bewoners makkelijk met elkaar in contact komen. ‘Het huis moet herkenbaar zijn voor de bewoners. Als de inrichting aansluit bij de sfeer waarin ze opgroeiden, hebben ze minder stress en krijgen ze meer energie. Kijk maar naar de serie Krasse Knarren, waar bekende Nederlanders opbloeien als ze terugkeren naar de jaren zeventig-sfeer.’
Haalbaarheid
Aan de opzet van een Thuishuis gaat altijd buurtonderzoek vooraf. ‘We flyeren en kondigen aan dat we willen praten over hoe het in de wijk gaat. Daar doen altijd mensen aan mee. Mensen die niet naar een bijeenkomst durven te komen, bezoeken we ook thuis en dan vragen we: wat zou u leuk vinden om te doen?’ Daarna volgt een haalbaarheidsonderzoek, waarbij Ruyten instellingen en actieve bewoners probeert te interesseren. ‘Het eindigt ermee dat ik mensen bereid vind een stichting Thuishuis op te zetten. Die kan ook fondsenwerving doen. Vervolgens vraag ik de gemeente bij te dragen aan de kosten van een coördinator. Als het Thuishuis geopend is, trek ik mij terug.’
De ontwikkeling van Thuishuis duurt op dit moment nog jaren, omdat de aanlooptijd van nieuwbouwprojecten bij corporaties lang is. ‘Het moet in twee jaar kunnen. Alleen woningcorporaties zijn nu terughoudend en willen voor 50 jaar bouwen. Ze denken ook vooruit over eventueel hergebruik van een pand en dat vertraagt de projecten enorm. Bovendien hebben ze nu onenigheid met minister Blok en hebben ze veel projecten on hold gezet. Tegelijk waren ze wel de aanjagers van het concept als financiers.’
Professionals die vrijwilligers ondersteunen
Het eerste Thuishuis is vorig jaar in Deurne opgeleverd, eind dit jaar volgt in Amstelveen een tweede. In Nijmegen en Harderwijk is de planning van de bouw begonnen, voor zes andere is het initiatief gestart. De financiering voor de Thuishuizen is deels gebaseerd op de Wet maatschappelijke ondersteuning, deels uit fondsen- en donateurswerving en steun vanuit corporaties. ‘Een goed zorg- of welzijnsinitiatief begint gewoon bij de behoeften van burgers. Ik vind daarom dat een stichting niet eenzijdig afhankelijk moet worden van de gemeente. De stichting heeft een convenant met de woningcorporatie om de bewoners te ondersteunen met vrijwilligers en ze helpt de corporatie met toeleiding van bewoners.’
‘We hebben het niet over een zorgvraag, maar over een behoefte. In een samenleving moet het vanzelfsprekend zijn dat je voor elkaar zorgt. Vroeger werd dat vaak door de kerk georganiseerd. Als de professionals de vrijwilligers weer gaan ondersteunen, wordt de zorg het project van de vrijwilligers. Ziekenhuizen zijn ook ooit zo begonnen; vanuit particulieren die professionals inhuurden. Het maatschappelijk rendement van het Thuishuis is in elk geval groot, zo blijkt uit onderzoek van Platform31.’
Bron: dit artikel verscheen op Intermediair.nl: Hoe zet je een succesvol zorgcentrum op? (7 mei 2013). Foto door Mart Production op Pexels.