Zelfbeheer bij Boompje-Beestje (2014): Het snelle eind van een daklozenvoorziening

Botsende visies tussen de initiatiefnemers bleken het succes van zelfbeheervoorziening voor daklozen Boompje-Beestje steeds meer in de weg te staan. De opzet van het project in Deventer roept allerlei vragen op over de ruimte die bewoners kregen om zelf hun problemen op te lossen en de rol van ondersteuners daarbij. Waar ging het mis bij Boompje-Beestje?

De oud-bewoner weet het nog goed. Hij werd dakloos en na weken van omzwervingen vond hij eindelijk onderdak bij Boompje-Beestje. ‘Ik was compleet overspannen en had moeite met de situatie te dealen. Zelfbeheer betekent dat je samen verantwoordelijk bent voor het samen wonen, dat je afspraken maakt over het geldpotje voor het eten en over schoonmaken. Je hebt gezelschap, zorgt samen voor het eten en praat over je problemen. Ik kreeg de rust terug om mijn leven weer op de rails te zetten. Toen ik er kwam, was ik erg emotioneel, verward en vergat ik mijn taken bij het schoonmaken. Andere bewoners spraken mij erop aan en dan was het snel opgelost.’

‘Ik kreeg de rust terug om mijn leven weer op de rails te zetten’

Boompje-Beestje ging najaar 2013 in Deventer van start als zelfbeheerproject voor daklozen. Na een reeks gesprekken hadden IrisZorg, een organisatie voor maatschappelijke opvang, oecumenisch diaconaal centrum Meester Geertshuis en de initiatiefgroep Boompje-Beestje elkaar gevonden in een plan voor een voorziening voor maximaal veertien daklozen. Het project kreeg voor twee jaar de status van experiment: woningstichting Rentree stelde een huurpand ter beschikking, IrisZorg inde de huur en vrijwilligers van de initiatiefgroep en het Meester Geertshuis zouden voor ondersteuning zorgen. Na ruim een halfjaar besloten het Meester Geertshuis en IrisZorg het experiment te beëindigen, na heftige discussies onder bewoners over de huishoudpot, schoonmaken en onaangepast gedrag van enkele bewoners. Ook bleken de verschillen in visie met de initiatiefgroep onoverbrugbaar. Waar ging het mis?

Verschil in visie
Het pand even buiten het centrum van Deventer is een 7×24-uursvoorziening waar mensen in principe vier maanden mochten verblijven. De doelgroep bestond uit daklozen met een relatief lichte problematiek, zonder zware psychiatrische of verslavingsproblemen. Het zelfbeheer zou bestaan uit het samen schoonhouden van het pand, wekelijks bijdragen aan de huishoudpot, samen koken en de selectie van nieuwe kandidaat-bewoners. Bewoners zouden intussen aan hun problemen moeten werken, zelf inkomen of een uitkering regelen, op zoek gaan naar woonruimte en actief hulp zoeken bij bijvoorbeeld schuldsanering. Het eerste wat opvalt is dat de ideeën over zelfbeheer bij de verschillende initiatiefnemers nogal uiteenlopen.

‘De huur moet op tijd betaald worden, de veiligheid is belangrijk en zelfbeheer moet kunnen groeien’

‘Bij zelfbeheer doe je in elk geval een beroep op de eigen verantwoordelijkheid van mensen om te werken aan hun eigen problemen. Daarnaast moeten ze met elkaar ook een huishouden organiseren. Dat was de basis waarin we elkaar vonden’ , zegt voorzitter Theo van der Vegt, voorzitter van het Meester Geertshuis. Bij IrisZorg zegt manager Wendy Bokhove, gevraagd naar haar definitie, meteen dat er wel grenzen zitten aan zelfbeheer. ‘De huur moet op tijd betaald worden, de veiligheid is belangrijk en zelfbeheer moet kunnen groeien. Als je met vrijwilligers werkt, moet je ook een vrijwilligersverklaring tekenen en met een verklaring omtrent gedrag (VOG) werken. De initiatiefgroep Boompje-Beestje wilde dat steeds niet.’

Martin Geuzendam is woordvoerder van de initiatiefgroep Boompje-Beestje en is vanuit de kraakbeweging al zo’n vijftien jaar betrokken bij de opvang van daklozen in Deventer. Volgens hem gaat zelfbeheer in de kern om gelijkwaardigheid en autonomie. ‘De bewoners staan centraal. Als er dan dingen gebeuren of uit de hand dreigen te lopen, moet je de verantwoordelijkheid niet uit handen nemen en van bovenaf gaan vertellen hoe het wel moet. Bewoners zijn de kern, wij staan eromheen en ondersteunen ze.’

Geuzendam betoogt dat bewoners botsten over wie verantwoordelijk was voor het schoonmaken, de handhaving van regels en het tijdig betalen van de huur. ‘Die dingen veroorzaakten spanningen in het groepsproces, maar dat hoort er nu eenmaal bij. Als je ziet hoe bewoners met elkaar omgingen, vond ik dat ze dat juist heel mooi deden. Het kon botsen, de emoties werden eruit gegooid en daarna ging het ook weer beter. Dat is ook de kracht van zelfbeheer. Je moet niet meteen op de beheersbaarheid gaan zitten.’

‘Als mensen de hele dag in bed blijven liggen en de zaak versmeren, wat doe je dan?’

Theo van der Vegt spreekt van een ‘ongeorganiseerde bende’ en over ‘zelfbeheer dat tot het uiterste werd gedreven’. ‘Het leek hier wel Utopia, de televisieserie. Bewoners kwamen aan hun eigen problematiek niet toe, de afspraken over schoonmaken en huur betalen werden niet nagekomen. Er ontstonden conflicten en mensen konden hun plek niet vinden. Als mensen de hele dag in bed blijven liggen en de zaak versmeren, wat doe je dan? Mensen werden te zwaar belast door én verantwoordelijk te zijn voor het zelfbeheer én te werken aan hun problematiek.’

Tijdschrift voor sociale vraagstukken – Nummer 2, zomer 2014, p. 44-47. Download hier het hele artikel: TSS Boompje Beestje zomer 2014. Foto: Alexis Brown op Unsplash

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

+ 81 = 85
Powered by MathCaptcha

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.