Welzijn Lelystad regisseert sociale wijkteams: ‘Professionele ruimte stimuleert innovatie in de wijk’

De gemeente Lelystad werkt sinds 2012 met sociale wijkteams. Bijzonder is dat de welzijnsorganisatie verantwoordelijk is voor de ontwikkeling en aansturing ervan, vertelt manager Willem van Laar. Movisie biedt ondersteuning met een intensief trainingsprogramma.

Willem van Laar werd in 2012 manager en ontwikkelaar bij Welzijn Lelystad, met als bijzondere opdracht de ontwikkeling van de sociale wijkteams. ‘Lelystad is in de polder van oudsher een pioniersgemeente’, vertelt hij. ‘Dat betekende dat de gemeente vaak alles zelf ging doen. Ook dingen in de persoonlijke levenssfeer en achter de voordeur vielen onder de verantwoordelijkheid  van de gemeente. Het besef drong door dat dat anders moest: de gemeente wilde de nieuwe sociale wijkteams bij de maatschappelijke instellingen onderbrengen. Dat leidde ertoe dat de betrokken ambtenaren werden gedetacheerd naar Welzijn Lelystad, die de opdracht kreeg om sociale wijkteams op te zetten.’

Gezamenlijke visie
De sociale teams ontstonden vanuit een gezamenlijke visie van instellingen en gemeente. Die visie was: preventief werken vanuit eigen kracht, bureaucratie vermijden, mensen bereiken die anders tussen de wal en het schip vallen en een integraal aanbod organiseren vanuit de ‘Eropaf-mentaliteit’. Willem van Laar: ‘De gemeente wilde meer regie op afstand voeren. Dat leidde ertoe dat direct in alle wijken van Lelystad deze teams zijn gestart. Het doel is om mensen vanuit hun eigen kracht weer te laten deelnemen aan de maatschappij.’
De teams zijn heel compact opgezet. Het kernteam bestaat uit een uitvoerend coördinator, een wijkverpleegkundige, een medewerker voor mensen met psychische problemen en een maatschappelijk werker. ‘Die samenstelling werkt heel goed, omdat alle basiscompetenties in het team beschikbaar zijn. Daarbij coördineert de coördinator niet alleen, maar doet zelf ook mee en gaat ook op huisbezoek. Ook is hij de schakel naar de leefbaarheidspartners in de wijk en organiseert dat netwerk, met de politie, de woningbouwcorporatie en het gemeentelijk beheer.’

Opbouwwerkers en participatiecoaches
Nieuw is dat er opbouwwerkers aan de wijkteams zijn toegevoegd om de link met bewonersnetwerken te leggen. Ook zijn er participatiecoaches van de gemeente aan de teams gekoppeld om de wijk in te gaan. ‘Een goede zet, waarbij wij ons richten op de mensen die verder van de arbeidsmarkt staan om ze weer aan te laten haken bij de maatschappij, via een goede vrijwilligersplek en de ontwikkeling van hun vaardigheden. Ook  zien we verschillen tussen de stadsdelen ontstaan. In Lelystad Centrum ligt de nadruk op ouderen en in het team is er nu  een generalistische ouderenadviseur in plaats van een maatschappelijk werker.’
Bijzonder aan de sociale wijkteams in Lelystad is dat ze worden aangestuurd door de welzijnsorganisatie, denkt Van Laar. ‘Als je de verkeerde financiële prikkels uit het systeem wilt krijgen, is dat een slimme zet. Bij Welzijn wordt er niemand slechter van als je iemand doorverwijst naar zorg of naar hulpverlening. De regie op de uitvoering en doorontwikkeling ligt ook bij Welzijn Lelystad, wij pakken het weer op met onze partners. De gemeente regisseert het beleid op hoofdlijnen en maakt de financiële keuzes. ’ De gemeente kent daarmee professionele ruimte toe aan de sociale teams. Gevolg is dat de innovatie vanuit de praktijk goed op gang komt, bijvoorbeeld de samenwerking met  een gezondheidscentrum in Waterwijk. ‘Het is gelukt om de werkwijze van ‘Welzijn op recept’ neer te zetten. Als je bijvoorbeeld psychosociale problemen hebt en geïsoleerd bent geraakt, kun je van de huisarts een doorverwijzing krijgen naar welzijn. Als je een plek zoekt in de maatschappij waar je je prettig voelt en je weer tot je recht komt, gaan we je daarbij helpen.’

Convenant
Bijzonder aan de situatie met de sociale wijkteams in Lelystad is ook dat er een convenant is gesloten tussen zorgverzekeraar Achmea, het ziekenhuis, de eerstelijnszorg en de gemeente. ‘Bij Achmea bestaan de zelfde ideeën om preventief en dichtbij te werken en het meer vanuit de eigen verantwoordelijkheid van mensen te organiseren. Iedereen lijkt nu gefocust op de nieuwe taken van de gemeente door de transities, maar de rol van zorgverzekeraars wordt ook heel groot.’
Hoe verhouden de sociale wijkteams zich tot burgerkracht en bewonersinitiatieven? ‘We staan open voor gekke ideeën of vragen, niet alleen voor problemen. Dat heeft er bijvoorbeeld  toe geleid dat we contact kregen met een dame die een picknick wilde organiseren en het op die manier over gezondheidsthema’s wilde hebben. Een team heeft haar van informatie voorzien, zodat ze het helemaal op haar eigen manier kon organiseren. Dat is uitgegroeid tot een serie bijeenkomsten, waarbij mensen allerlei vraagstukken oppakken.’

Bottleneck: tijdsinzet
De bottleneck zit op dit moment bij de tijdsinzet die bij dit soort ondersteuning vraagt, vertelt Van Laar. ‘De inzet van de maatschappelijk werker en de medewerker van Kwintes was in 2013 nog beperkt. De handrem moet er nu af om op een grotere schaal goed in te spelen op de eigen kracht. Het gaat erom met bewoners het gesprek te voeren  wat  ze eigenlijk  willen en wat ze zelf kunnen doen.’

Meer collectieve arrangementen
Ook is nog winst te halen met de inzet van meer collectieve arrangementen. ‘Met de verandering in de zorg staat er financiële druk op voorzieningen als dagbesteding. We denken dat dat deels anders kan en hebben er ook de plekken voor. Zo hebben we nu een succesvolle autistensoos. Als je wilt dat zoiets succesvol is moet je zorgen voor een veilige, gestructureerde omgeving. Onze  opbouwwerkers en beheerders spelen daarbij een grote rol: alles moet goed geregeld zijn en ze moeten goed met de vrijwilligers kunnen omgaan.’

Alle teams de wijk in
In 2014 moeten alle teams in de wijk gaan werken. ‘Mensen die nu nog beperkt in de wijk werken, vliegen nu af en toe vanuit de moederorganisatie de wijk in. Dat wordt anders. Verder maken we per hulpvrager een individueel ondersteuningsplan, waarbij de hulpvrager de eigenaar blijft. Dat moet geen ingewikkelde administratie of black box voor een bewoner worden, maar duidelijke afspraken en een maatstaf om te kijken of de doelen gehaald worden, of er kwaliteit is geleverd en of bewoners tevreden zijn.’

Van Laar vertelt dat hij Movisie inschakelde omdat de teams zich heel snel in de praktijk moeten doorontwikkelen. Het kennisinstituut heeft de bestaande aanpak van keukentafelgesprekken geanalyseerd en daarvoor handreikingen gedaan. Het traject bestond verder uit een trainingsmiddag waarin de methodieken werden verkend en de behoeften geïnventariseerd. Vervolgens waren er twee trainingsdagen voor alle teams.

Er volgt nog een aparte training voor klantcontactmedewerkers en opbouwwerkers.  Het traject wordt binnenkort afgesloten met een terugkomdag. Willem van Laar: ‘Een kennis- of trainingsinstituut moet heel veel in huis hebben: je moet weten hoe teams werken, hoe de eigen-krachtbenadering werkt, je moet de logica van het wijkgericht werken snappen, je moet ruimte geven aan de professional en ook kwaliteit handhaven. Bovendien moet je de teams ook een eigen rol in de training geven. Toen kwamen we bij Movisie uit. Ze hebben de verwachtingen waargemaakt.’

Vraagverheldering en samenwerking
Joost van Alkemade (manager gebiedsgericht werken) en Saskia van Grinsven (senior adviseur gebiedsgericht werken) ontwikkelden het trainingsprogramma. Ze hielpen de sociale wijkteams om zelf het meest geschikte tool voor vraagverheldering te kiezen. Vervolgens ondersteunden ze hen bij de competentie-ontwikkeling rond de samenwerking binnen de teams en aansluiting bij de wijknetwerken.

‘De teams zijn erop gericht de eigen kracht bij bewoners en hun netwerken te versterken. Dat doet een groot beroep op gesprekstechnieken en vaardigheden om achter de voordeur van zorgmijders te komen’, vertelt Saskia van Grinsven. ‘In een team heb je niet alleen de juiste mensen met de juiste competenties nodig, ook het samenspel van de deelnemende instellingen vergt de juiste commitment. Op dat punt bestaan er nog wel spanningen. Vanuit Movisie kunnen we daarbij ook adviseren.’
Visie moet van onderop komen

‘Eigenlijk moeten het zelfsturende teams worden’, vult Joost van Alkemade aan. ‘Daarom is het belangrijk dat de teams ruimte hebben in de uitvoering  en dat de visie van onderop vorm krijgt , bijvoorbeeld wat betreft de criteria waaraan een registratie-instrument moet voldoen. Zo kunnen ze bijdragen aan de vernieuwing en expertise van hun team en zijn ze een goede gesprekspartner voor hun management en gemeente. In alle stappen geven we teamleden zelf de lead over de richting en inhoud van de training.’

Auteur: Martin Zuithof, Welzijn Lelystad regisseert sociale wijkteams: ‘Professionele ruimte stimuleert innovatie in de wijk’ . Foto: Windmolens Lelystad SXC.HU 159365_2445

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

37 − 30 =
Powered by MathCaptcha

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.