‘Zelfbeheer is geen vanzelfbeheer’
Zelfbeheer wordt vaak gezien als dé manier om burgers actief bij hun eigen omgeving te betrekken en meer verantwoordelijkheid te geven. In de Eropaf-netwerkbijeenkomst van 13 mei gingen deelnemers in gesprek met de ‘paradepaardjes van het zelfbeheer’ als Leeszaal Rotterdam West, het Utrechtse buurtcentrum De Nieuwe Jutter en Je Eigen Stek voor daklozen in Amsterdam.
Wat gebeurt er achter de schermen van het zelfbeheer? Welke spanningsvelden lopen ondersteuners en deelnemers aan zelfbeheer tegen het lijf? Waar schuurt en wringt het? Dekt de term zelfbeheer de lading wel? Zo’n vijftig deelnemers gingen op 13 mei over deze vragen in discussie in De Nieuwe Jutter. De Eropaf!-netwerkbijeenkomst ‘Zelfbeheer is geen vanzelfbeheer’ stond onder leiding van Catelijne Akkermans en Marc Räkers (beiden van Eropaf!).
De Nieuwe Jutter
De exploitatie van een buurthuis in zelfbeheer rond krijgen is een hele toer, vertellen Arnold Vianen en Titus Schlatmann, beheerder en ondersteuner bij het buurtcentrum De Nieuwe Jutter in de Utrechtse Rivierenbuurt. ‘Om de exploitatie van het buurthuis rond te krijgen moeten er wel voldoende activiteiten en cursussen draaien die ook weer geld opbrengen. Het gaat niet vanzelf.‘ Voor Leeszaal Rotterdam West is het juist niet zo’n puzzel om de exploitatie rond te krijgen, vertelt mede- initiatiefnemer Maurice Specht. ‘De kostprijs van de leeszaal is zo’n 154 euro per dag. We kunnen dat voorlopig betalen door een mix aan inkomsten van fondsen, met stichting Doen als grootste geldschieter, opbrengsten van de bar en de verhuur van ruimten.’
Milja Kruijt, medewerker bewonersbedrijven van het Landelijk Samenwerkingsverband Actieve Bewoners, hoort dit verhaal steeds weer. ‘Bij zelfbeheer loop je tegen van alles aan: het zijn vaak niet courante panden, met meerdere gebruikers en activiteiten die nooit kostendekkend zijn. Vastgoedbedrijven hanteren prijzen die door groepen bewoners niet op te brengen zijn. De gemiddelde huurprijs voor buurthuizen is € 50.000. Verdien dat maar eens met zumbalessen, yoga en andere cursussen. Welzijnsorganisaties is het de afgelopen twintig jaar niet gelukt om ze rendabel te exploiteren. Nu moeten bewoners het doen en zou het ineens kostendekkend moeten gebeuren. Voor de overheid is het een bezuiniging, voor de bewoners is het een grote uitdaging.’
Sociale voorwaarden
‘De commerciële voorwaarden zijn dus ontzettend belangrijk’, vat Catelijne Akkermans samen. ‘Als dat niet lukt, lukt het hele initiatief niet. Maar zijn er ook sociale voorwaarden om zelfbeheer te doen slagen?’
Milja Kruijt vertelt dat het initiatief altijd bij een klein groepje mensen begint, die vinden dat het buurthuis dat gesloten dreigt te worden, open moet blijven. ‘Deze groep moet niet te groot en niet te klein zijn. Als de groep te klein is kost het heel veel energie en is de belasting heel groot. Ook het draagvlak is vaak belangrijk: de initiatiefgroep is vaak afkomstig uit een van de subgroepen in de wijk. Die kunnen het initiatief domineren en pogingen om het te verbreden blokkeren. Bemoeienis van buiten is dan niet welkom. Zelf ben ik ook eens buitengesloten uit het voorbereidingsproces.’
Ook in De Nieuwe Jutter zijn er nog wel eens spanningen tussen de verschillende groepen. Daarbij gaat het vooral om wrijvingen tussen jongeren en ouderen, vertelt beheerder Arnold Vianen. ‘Als je het laat lopen wordt het een hele berg. Ik zeg altijd: als er wat is, stap dan naar de persoon zelf toe. Spanningen horen er een beetje bij. Je moet wel zorgen dat het niet verder oploopt.’
Je Eigen Stek zelfbeheer daklozen
‘En komen spanningen in het zelfbeheerprojecten van de maatschappelijke opvang ook voor’, vraagt Catelijne Akkermans. ‘Omgaan met conflicten in zelfbeheer is best wel moeilijk’, vertelt Jamal Mechbal, ervaringsdeskundige en ondersteuner bij Je Eigen Stek in Amsterdam. Hij vertelt hoe hij als succesvol manager in de problemen raakte, dakloos werd en afhankelijk van de maatschappelijke opvang.
‘Je Eigen Stek is een poldermodel. De verantwoordelijkheid is verspreid over zestien bewoners. De groep is verantwoordelijk, maar soms komen er geen besluiten en consensus is er meestal niet. Soms hebben twee bewoners een conflict en roepen ze om een autoriteit die het conflict moet oplossen. Mensen willen geen conflict en zijn minder geneigd om elkaar aan te spreken. Dingen stapelen zich dan op en volgt er af en toe een explosie.’
Marc Räkers vertelt dat hij bij de bewonersvergadering van Je Eigen Stek regelmatig explosies meemaakt. ‘Het zijn de golfbewegingen van een groepsproces waar je als ondersteuner heel nerveus van kunt worden. We hebben wel en paar keer ingegrepen bijvoorbeeld bij een bewoner die psychiatrisch flink in de war was. Uiteindelijk hebben we hem de toegang ontzegd.’
Ook bij financiële malversaties heeft Jamal wel eens ingegrepen, maar in principe moeten bewoners zelf in beweging komen. ‘Je hebt daarvoor veel geduld nodig. Als iemand analfabeet is kun je niet verwachten dat hij een raket naar de maan kan bouwen. Zelfbeheer zal overal anders zijn, in een huis voor daklozen, in een bejaardenhuis of een buurthuis. Er is geen standaardmethode.’
Leeszaal Rotterdam West
‘En hoe gaat dat bij de Leeszaal Rotterdam West?’, vraagt Catelijne aan Maurice Specht. ‘Van wrijvingen en spanningen lijkt totaal geen sprake, maar gaat het echt allemaal van een leien dakje?’ Maurice zegt dat het hallelujaverhaal in de beeldvorming nog steeds overheerst, maar dat achter de schermen heel hard moet worden gewerkt aan de organisatie. De Leeszaal combineert de functie van bibliotheek met debat- en filmavonden en ook worden er regelmatig multiculturele maaltijden georganiseerd.
‘We moeten wel grenzen stellen. We hebben vijftig vrijwilligers en die zijn heel verschillend. We hadden bijvoorbeeld een oud-prostituée van de Keileweg die voor allerlei spanningen zorgde en haar moesten we uiteindelijk wegsturen. Om de leeszaal goed te laten draaien, zijn Joke van der Zwaard en ik wel vijftien tot twintig uur per week bezig. Ik probeer alle stukjes van de organisatie aan elkaar te passen, maar er zijn ook delen waar ik me vooral niet mee wil bemoeien, zoals de collectie. We hebben bijvoorbeeld 50 gastvrouwen en mensen voor het websitebeheer en een klussenploeg. Joke en ik begonnen twee jaar geleden met zijn tweeën en nu hebben we er vijftig man personeel bij, zeg ik wel eens gekscherend.’
Volgens Milja Kruijt is de Leeszaal een uitzonderlijk verhaal omdat de initiatiefgroep uit maar twee mensen bestond en niet uit een groep, die reageert op de sluiting van bijvoorbeeld buurthuizen, zoals vaak het geval is. Maurice Specht zegt dat het initiatief onmogelijk was geweest zonder de traditie van actieve bewoners en door professionals ondersteunde sociale infrastructuur rondom actiegroepen als het Oude Westen.
‘Bijzonder vind ik dat we de Leeszaal met zo veel verschillende mensen mogelijk maken. Al die groepjes waren er al: we zijn langsgegaan bij het Somalisch spreekuur, bij het Chinees Spreekuur. We hebben er ook voor gekozen om niet met een plan te beginnen. Dan hoefden we daar ook niemand van te overtuigen. Bovendien hadden we niet eerst een pand en vonden we later een oude haman. Dat had een aantal beperkingen, maar dat gaf niet want we zaten niet vast aan een plan.’
Boompje Beestje: zelfbeheer door daklozen
Catelijne Akkermans vraagt Martin Geuzendam naar oorzaken van het mislukken van Boompje Beestje, een daklozenvoorziening in zelfbeheer in Deventer. Hij en anderen hielden zich al vijftien jaar bezig met de opvang van daklozen in kraakpanden. Na tal van gesprekken met de gemeente en allerlei partijen ontstond er een samenwerking met diaconaal centrum Meester Geertshuis en IrisZorg maatschappelijke opvang rondom een daklozenopvang in zelfbeheer. Woningstichting Rentree bood een huurpand aan en de begeleiding werd gedaan door vrijwilligers van Meester Geertshuis en Initiatiefgroep Boompje Beestje.
Na een half jaar vol discussie over de uitgangspunten en de praktijk van het zelfbeheer trokken Meester Geertshuis en IrisZorg de stekker uit het project, zegt Geuzendam. ‘Over hygiëne en veiligheid liepen de spanningen hoog op tussen de vrijwilligers van het Meester Geertshuis en ons. Wij kozen steeds voor het perspectief van de bewoners. Wij keken steeds hoe bewoners samen de dingen konden oplossen. De mensen van het Meester Geertshuis wilden voor de bewoners beslissen, want die zouden die spanningen niet aankunnen. Dat was heel bevoogdend.’
Volgens de bewoners zelf is de veiligheid helemaal niet in het geding geweest, vertelt Geuzendam. ‘Van te voren zijn de kwesties allemaal besproken met de partnerorganisaties en op papier gezet. Bij zelfbeheer moet je ruimte geven aan bewoners en niet meteen de regie terug willen nemen. Daar hebben we met zijn allen een handtekening onder gezet. Veiligheid was de stok waarmee ze Boompje Beestje konden slaan. Onder dat motto heeft Meester Geertshuis de regie naar zich toegetrokken.’
Marc Räkers constateert dat er bij de partnerorganisaties geen vertrouwen bestond in het zelfregulerend vermogen van bewoners. ‘De directeur van HvO Querido in Amsterdam garandeerde de zelfstandigheid van Je Eigen Stek en gaven bewoners ruimschoots de tijd om zelf een projectplan in elkaar te sleutelen. Kennelijk ontbrak bij Boompje Beestje zo’n bestuurder die het zelfbeheer koesterde.’
Professionele ondersteuning
Na de pauze brengen debatdeelnemers hun ervaringen met zelfbeheer in. Iemand vertelt dat er in de gezondheidszorg steeds vaker sprake is van zelfsturende teams. ‘Zorgprofessionals zijn daarbij de eigenaar van het zorgproces in relatie tot de cliënt. Heel vaak zit er een bezuinigingsmotief achter. Als er zich spanningen voordoen schieten instellingen in beheersmodus. Echte zelfsturing is heel ingewikkeld.’
Een medewerker van welzijnsorganisatie De Schoor in Almere vertelt dat de opdracht van haar instelling is om een verregaande vorm van zelfbeheer te realiseren in de achttien buurtcentra. ‘Het is een rare paradox om aan professionals te vragen dat ze zelfbeheer moeten realiseren. Het brengt beheerders ook in een rare positie, want ze vrezen dat ze straks ontslagen worden.’
Laurie Hermanns van Stichting Go! vertelt over een onderzoek naar Vadercentrum Adam. ‘Dat bleek zo goed te functioneren omdat er heel lang een basis bestond aan professionele ondersteuning.’ Professionals kunnen best zelfbeheer ondersteunen, dat ligt aan het vakmanschap dat je meebrengt, meent Maurice Specht. ‘Het is enorm wat je aan kwaliteiten bij elkaar moet brengen om dat zelfbeheer goed te ondersteunen.’
De grote vraag is op wiens initiatief zelfbeheer ontstaat, zegt Milja Kruijt (LSA). ‘Op het moment dat de gemeente zegt: we gaan de buurthuizen sluiten, dan gaat het puur om bezuinigingen. Maar zegt de gemeente: ‘We moeten de buurthuizen sluiten mits er mensen zijn die ze willen openhouden’ dan ligt het anders. Maar het komt ook voor dat de gemeente het zelfbeheer wil lanceren, zonder dat het initiatief uit bewoners komt.’ Jamal: ‘Ik merk dat de term zelfbeheer soms wordt gekaapt door managers om bezuinigingen te kunnen uitvoeren.’
Maar als de gemeente zelfbeheer oplegt, krijg je vaak halfbakken producten, meent Milja Kruijt juist. ‘Dan zeggen ze tegen vrijwilligers: je hebt je aan deze regels te houden, je hebt deze zeggenschap, je hebt deze verantwoordelijkheden. Dan is het geen zelfbeheer meer, maar een halfproduct.’Marc Räkers heeft er moeite mee om het zelfbeheer steeds met een bezuinigingsmotief verdacht te maken. ‘Ik denk dat bewoners van JES kwalitatief beter zijn uitgestroomd dan veel mensen uit de reguliere opvang. Het is een betere manier die met minder professionals kan. Het is gewoon beter. Mensen halen er met minder professionals meer voldoening uit. Het is goed dat mensen de eigen verantwoordelijkheid nemen, daardoor worden professionals overbodig worden. Dat is toch niet zo erg?’
Verbinding en wederkerigheid
Bij alle vormen aan zelfbeheer – uiteenlopend van buurtcentra tot aan maatschappelijke opvang – gaat het altijd om de behoefte aan verbinding, samenredzaamheid en wederkerigheid, betogen diverse deelnemers aan het debat. ‘Het gaat mij om de saamhorigheid. Mensen hebben het hier naar hun zin en komen elke keer weer terug’, verklaart Arnold Vianen, beheerder van buurtcentrum De Nieuwe Jutter, zijn motivatie.
Volgens Maurice Specht bestaat er onder vrijwilligers een variatie aan motieven. Daarbij gaat het wat hem betreft om wederkerigheid. ‘We vragen altijd: “Wat zou je willen doen?” We vragen ook: “Wat zou je willen leren in de tijd die je investeert?” Onze oudste vrijwilligster is 83 en geeft Nederlandse les aan Chinese dames. Een uur later zit een van die dames Chinees te leren aan een van onze vrijwilligers. Dat is voor mij het mooiste beeld.’
Erik Schippers van Boompje-Beestje ziet twee kanten die belang hebben bij zelfbeheer: burgers en beleidsmakers. Volgens hem is het nog altijd moeilijk om beide kanten bij elkaar te laten komen. Jamal Mechbal van Je Eigen Stek (JES) denkt dat het nog wel even zoeken blijft, omdat dé formule voor zelfbeheer niet bestaat. ‘Wij zijn nog op zoekende. Zelfbeheer is iedere dag anders, je bent vrij. Je bent niet meer slaaf van het systeem, want het is niet meer top-down. Zelfbeheer moet je gewoon steeds weer uitvinden.’
Netwerkbijeenkomst ‘Zelfbeheer is geen vanzelfbeheer’ (13 mei 2014). Door Martin Zuithof. Link: Zelfbeheer? Liever samensturing. Foto: Kubuswoningen Piet Blom in Rotterdam, door PxHere.