Energietransitie in Apeldoorn: Succes met de Energieconciërge en de Energievriend

Floriske van Geest en Henk Schukken, adviseurs van de Duurzame Energiecoöperatie deA in Apeldoorn, verdiepten zich de afgelopen jaren in de sociale kant van de energietransitie. Ze ontwikkelden twee methodes om mensen te stimuleren tot een slimmer energiegebruik: ‘de Energieconciërge’ en ‘de Energievriend’. ‘Ergens moet je de armoedecirkel doorbreken. Als je op energiegebied de ervaring hebt dat dingen lukken, is er misschien ook ruimte voor een andere vervolgstap.’

Floriske van Geest begon haar onderzoek in een wijk in Apeldoorn om daar ideeën over mogelijke initiatieven op te halen. ‘Dat was in een buurt waar bewoners vaak aangaven geen energiemaatregelen te nemen, omdat ze daar geen geld voor hebben. Dat was voor mij de reden om eens dieper in de sociale kant van de energietransitie te duiken. De woningcorporatie en gemeente hadden eerder al eens ‘bespaarboxen’ uitgedeeld, met ledlampen, tochtstrippen en dergelijke. Dat had slechts beperkt succes, onder meer omdat die spullen later weer verschenen op Marktplaats. Ook bewoners alleen met tips over energetisch slim gedrag informeren, was niet succesvol.’

Pilot ‘Energieconciërge’

Bij een onderzoek na de renovatie van een appartementencomplex bleek bovendien dat de energierekening van sommige bewoners toch weer omhoog ging. De woningen waren dan wel geïsoleerd, maar sommigen zetten de verwarming in de winter op 25° om in een T-shirt rond te gaan lopen. Samen met de gemeente, de corporatie en de huurdersbelangenvereniging ontwikkelde deA een pilot waarbij de koppeling wordt gemaakt tussen materialen en tips over slim gedrag: de ‘Energieconcierge’. ‘Dat is iemand die bij je langs komt, tijdens een rondje door het huis allerlei concrete tips geeft om energie te besparen en tegelijk passende materialen installeert \als een waterbesparende douchekop of radiatorfolie.’

Voor de pilot ontwikkelden Henk Schukken en Floriske van Geest een aanpak, die de Energieconciërges kunnen volgen om alle belangrijke onderdelen in een huis na te lopen. ‘We ontwikkelden een gesprekslijn waarbij ook ‘het radiatorgedrag’ van bewoners wordt besproken. Vervolgens kijken ze of de bewoners ledlampen gebruiken, bespreken ze het gebruik van apparaten en de badkamer. De nieuwe apparatuur wordt meteen aangebracht, samen met bijvoorbeeld radiatorfolie, afhankelijk van de specifieke behoeften van die bewoners. Ook laat de Energieconciërge dan een folder met tips achter bij de bewoners.’

De pilot vond plaats in een pas gerenoveerd complex, waar een aanzienlijk deel van de bewoners op het sociaal minimum leeft. ‘We deden de proef bij 120 appartementen. Daarbij deden we een test met allerlei communicatiemethodes, variërend van een website, een brief aan bewoners, een startevent tot gesprekken op de galerijen. Geen van die methoden werkte erg goed, bijvoorbeeld doordat veel brievenbussen vol zaten omdat veel bewoners die niet legen. Wat wel werkte was aanbellen en dan snel het wantrouwen wegnemen. We vertellen dat we niet commercieel zijn, maar wel een leuk cadeautje hebben, waarmee ze de energiekosten kunnen verlagen en dus geld kunnen verdienen.’

Deze nieuwe benadering werkte verrassend goed, hoewel in veel flats weinig sociale cohesie was, vertelt Van Geest. ‘We hebben met zo’n 75% van de bewoners bij de voordeur een gesprek gehad. De helft maakte daarbij een afspraak voor de Energieconciërge. De mensen die ‘nee’ zeiden noemde een aantal redenen zoals: ‘Ik ben er helemaal niet mee bezig’ of ‘Ik leef al ontzettend energiezuinig’.’

‘Anderen pakten het juist heel goed op, zoals een vluchtelingengezin. In plaats van € 900 bij te moeten betalen, kregen ze € 800 terug bij de jaarafrekening. Zij maakten slimme manieren om energie te besparen tot vast onderdeel van het gezinsleven. Met de kinderen werd het een spel om te kijken wat ze voor elkaar konden krijgen. Bewoners konden ook een energiemeter lenen om apparaten door te meten. Voor een aantal de aanleiding om keuzes te maken: door bijvoorbeeld van drie aquaria naar één te gaan of een oude koelkast de deur uit te doen.’

‘Nauwelijks verschillen tussen buurten’

In 2020 legde deA met de Energieconciërge  bezoeken af bij zo’n 1000 huishoudens. Het project werd bekostigd vanuit de subsidieregeling ‘Regeling Reductie Energiegebruik’, die gericht was op mensen met een koopwoning, vertelt Van Geest. ‘Over het algemeen vinden mensen het een mooi startpunt om met energiebesparing aan de slag te gaan. Dit jaar liggen we op koers om met de Energieconciërge bij 3200 huurders langs te gaan. Eerst gaat de afsprakenmaker langs, die de Energieconciërge bij wijze van spreken verkoopt. Daarbij blijkt dat het percentage afspraken bij mensen met huur- en koopwoningen ongeveer gelijk is. Ook blijkt in wijken met hogere of lagere inkomens dat het percentage afspraken ongeveer gelijk is. Dat is opvallend. Alleen in buurten met veel nieuwe woningen zijn mensen minder geïnteresseerd in de Energieconciërge.’

‘Een nadeel van de Energieconciërge is dat een incidenteel bezoek eigenlijk niet genoeg is. Onze leerpunten bij de pilot zijn dat je vaker contact nodig hebt en dat je de opbrengst van de Energieconciërge zo concreet mogelijk moet maken. Energie is meestal abstract en ver weg. Vaak zijn er ook misverstanden. Iemand zegt bijvoorbeeld: ‘Ik heb budgetbeheer, dus voor mij is het niet interessant’. Maar dan is het juist interessant.’

Vervolgproject ‘de Energievriend’

Dit jaar start ‘de Energievriend’, als het vervolgproject op de Energieconciërge. ‘De Energievriend komt naast je staan als bewoner en ondersteunt je om meer grip te krijgen op je energierekening. Het doel is om de bewoner perspectief te bieden. Ergens moet je de armoedecirkel doorbreken: dat kan zowel op werkvlak als op energiegebied. Als je op energiegebied de ervaring hebt dat dingen lukken, is er misschien ook ruimte voor een andere vervolgstap.’

Schukken benadrukt het belang van een begeleider die meerdere keren bij de bewoner langs komt. ‘De Energievriend brengt diverse bezoeken over een periode van enkele maanden. Dan kan hij of zij bijhouden hoe het energieverbruik zich ontwikkelt en de bewoner leren zelf bespaardoelen te bepalen en halen. De Energievriend kan dan ook laten zien wat het betekent voor een maandbedrag als je op je verbruik bespaart. Aan het einde van het traject moet de bewoner de handvatten hebben om zelf de regie te hebben op zijn of haar energieverbruik.’ 

‘Energiearmoede op de radar krijgen’

Van Geest en Schukken zijn nog terughoudend in het benoemen van de successen van de ‘Apeldoornse aanpak’. Ze noemen de samenwerking met de organisaties in het sociaal domein ‘cruciaal’ en ook de vroegsignalering vanuit de corporaties is belangrijk. DeA werkt samen met budgetbeheer, schuldhulpverlening, vluchtelingenwerk, Humanitas Thuishulp, Schuldhulpmaatje en de woningcorporaties. Daarnaast is er ‘Centenkwesties’, het centrale loket van budgetbeheer, maatschappelijk werk en sociaal raadslieden. Dit loket houdt spreekuren in de verschillende wijken. ‘We zijn in Apeldoorn ver met de samenwerking tussen het sociale en energiedomein’, constateert Schukken.

In Apeldoorn hebben ruim 4.500 huishoudens te maken met energiearmoede, schatten Schukken en Van Geest op basis van het TNO-rapport. Dan gaat het om de groep die meer dan tien procent kwijt is aan de energierekening. ‘Als je een minimuminkomen hebt, zit je daar bij de huidige energieprijzen heel snel boven. Daarbij gaat het om een groep die door de huidige energiekosten in de problemen komt. Daarnaast horen we nog wel van meer mensen die vrezen dat ze in de problemen zullen komen door de gestegen energiekosten.’

Bewoners in armoede  hebben vaak schaamte om zich te melden, is de ervaring van Schukken. ‘Omdat er al best wat instanties contact hebben met deze bewoners, is dat voor ons een ingang om met hen in contact te komen. Hulpverleners hebben vaak al een idee welke bewoners er aan toe zijn om met dit onderwerp aan de slag te gaan. De instanties kunnen ons introduceren en als ze dat op een goede manier doen, kweken ze ook vertrouwen. Een warme introductie heeft altijd de voorkeur.’

‘Denk aan specifieke groepen’

Dit jaar wil deA 50 huishoudens begeleiding met de Energievriend aanbieden. Inmiddels zijn tien vrijwilligers opgeleid om deze bewoners te ondersteunen, door een of twee keren per maand langs te gaan en wekelijks contact te houden, bijvoorbeeld per app. Het traject bestaat uit een kennismaking, waarna de bewoner en de Energievriend de afspraak maken dat beide zich zullen inzetten om zo ver mogelijk te komen met het verlagen van die rekening. ‘Bewoners werken bijvoorbeeld mee aan het doorgeven van de meterstanden. De bal ligt daarmee ook bij de bewoner. Die geeft aan met welke bespaardoelen hij of zij aan de slag zou willen. Bewoners moeten zoveel mogelijk zelf leren doen, wat ook helpt bij de bewustwording.’

Na de pilot met de Energievriend willen Schukken en Van Geest hun bevindingen rapporteren aan de gemeente. Apeldoorn is bezig een meerjarig energiearmoedebeleid op te zetten. ‘We willen vastleggen wat bewoners kunnen besparen door een traject als de Energievriend.  Om het op te schalen is dan wel nodig dat er specifieke aanvullende regelingen worden gemaakt. De gemeente constateerde al dat er mensen bij de Voedelbank komen, die eigenlijk een te hoge energierekening hebben. Dat is symptoombestrijding, terwijl het nodig is de oorzaken hiervan aan te pakken. De doelstelling van de gemeente is dat iedereen mee moet kunnen doen met de energietransitie. Maar dan is er wel actief beleid nodig voor specifieke groepen. Stel dat mensen een hele oude koelkast hebben, maar geen geld om een nieuwe te kopen, dan zien we dat. Maar als diezelfde persoon een beroep wil doen op bijzondere bijstand, kan dat alleen als je al in de schulden zit. Dat soort ongewenste consequenties van beleid willen we juist signaleren.’

Problemen kunnen ontstaan als corporatiewoningen verkocht zijn aan toenmalige huurders. ‘Deze kunnen nu moeilijk meegenomen worden in de renovatietrajecten van corporaties, die de rest van de rij woningen wel onder handen nemen. Het is gebruikelijk dat ze het aanbod van de renovatie ook doen aan bewoners die de woning hebben gekocht. Alleen: voor veel bewoners is dit een te grote financiële aderlating, zodat het nodig is om een voorfinanciering aan te bieden en het speelveld voor de bewoners gelijk te trekken.’ Vervolgens is er ook veel begeleiding nodig bij mensen, wanneer hun woning moet worden voorbereid om een buurt van het aardgas te kunnen halen. ‘Bij de Energieconciërge en de Energievriend leerden we ontzettend veel over de beweegredenen van mensen. Hoe krijg je bewoners mee? Waar zijn ze gevoelig voor en hoe krijg je ze gemotiveerd om langdurig hun gedrag aan te passen? Kortom: hoe bied je perspectief én maak je het nog leuk ook?’


Door Martin Zuithof. Verschenen in: ‘Energiearmoede. Een journalistiek onderzoek naar oorzaken, impact en oplossingen’, 2022. Zie ook: Energiearmoede bij Movisie. Op de foto uitgelicht: Energieconcierges bij de Energiebus van deA, Duurzame Energiecoöperatie Apeldoorn.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

22 + = 23
Powered by MathCaptcha

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.